Archief | november, 2010

Deposito-bank

30 nov

Ik moet het bekennen : ik snap de logica van zetels niet.

Het lijkt wel dat hoe duurder het exemplaar is, hoe onpraktischer het onderhoud ervan. Dan schaf je je zo’n prachtig design model aan, nodig je je meest gemanierde vrienden uit om ze uitgebreid te bewonderen, serveert een schattig zongedroogd tomaatje voor bij de obligatoire champagne en pets… De lompe wederhelft laat toch wel geen klodder tomaat-in-de-olie (plots niet meer zo zonnig en nog minder droog) op uw Canapé belanden ?!

Vanaf dat ogenblik heb je dus design met dretsresten. Want voorzichtig gedep, wanhopig geschrob, experimentele producten allerhande… Geen kruid is tegen het toekomstig doorn in uw oog gewassen.
Anders is het met de Ikea zetel die een tiende van de prijs kost, met 9 hoezen wordt geleverd, z8cht onder de billen plooit, 7 levens meegaat, in 6 kleine stukken geleverd wordt en op 5(0) minuutjes in elkaar gezet is, alle 4ingen voor u ondersteunt en meestal plaats biedt voor 3, minimum 2 ingezetenen. Het is wel duidelijk : voor mij staan Ikeazetels op nummer…

Juist ja, want ik vind dat zetels dienen om in geleefd te worden.
Ik wil me er gezellig in kunnen nestelen met een kop thee en veel teveel chocolade en dat ook allemaal kunnen morsen zonder dat de eerstejaarstudenten archeologie in 1 oogopslag de historiek van mijn
binge buien in kaart kunnen brengen.

En ik wil kunnen vrijen in een zetel. Ik vraag het u : welk nut heeft een zacht oppervlak in een aangename omgeving, dicht in de buurt van kaarsen en kachel, keuken en tafel, stereo en tv als al die sfeer tot niets mag leiden enkel en alleen uit angst voor vlekken.

Want mijn excuses voor de teerhartigen onder u : sperma maakt bijzonder ambetante vlekken die je zonder de hulp van een wasmachine zelden uit textiel krijgt. Het is het enige waar je op internet geen tips over vindt : hoe verwijder je spermavlekken uit een zetel. En ik kan het weten, want ik zocht ernaar. En al vond ik geen afdoend antwoord, ik kwam wel wat interessante porno tegen.

Maar ik geraak afgeleid. Door die porno toen overigens ook, maar dit terzijde.

Dat ik niet de enige ben die moest ontdekken hoe voorvochtvasthoudend zeteltextiel wel is, werd duidelijk toen ik met een vriend van me, Georg, ging winkelen en hij wanhopig op zoek was naar een plaid die voldoende groot was om de hele (gigantische) zetel in zijn living te bedekken.

Ik ken Georg van op een opleiding. Hij kwam een uiteenzetting geven over de ethische en juridische gevolgen van spermadonaties voor wetenschappelijke doeleinden. Zelf voegde hij regelmatig de daad bij het woord en deed een duit in (of eigenlijk eerder ‘uit’) het zakje bij de spermabank. Ik vond hem een boeiende spreker op een anders bijzonder saaie studiedag en was met hem aan de praat geraakt waarna zich een luchtige vriendschap ontwikkelde.

En zo waren we op een warme zomerdag samen gaan shoppen en zocht hij dus tijdens het minst daarvoor geschikte seizoen naar een plaid.

Hij biechtte op dat hij en zijn nieuwe vriend erg tuk op die hoekzetel waren en zelden nog ergens anders aan vrijen toekwamen. Met als gevolg – u kan er zich misschien iets bij voorstellen met 2 mannen – nogal wat verdachte vochtringen op de donkerblauwe bekleding van de designbank waar hij nog geen jaar eerder 7000 Euro armer van was geworden.

Toen ik thuis kwam was ik even extra in mijn nopjes met mijn Ikea exemplaar en zijn afneembare hoezen.

Vorige week belde Georg me op. Het was al een heel eind geleden dat we elkaar hadden gehoord. Hij en zijn vriend gingen officieel samenwonen, vertelde hij, en ze hadden besloten om het dilemma van de dubbele meubels op te lossen door alles weg te doen en samen nieuwe spullen te kopen.

En ze dachten onmiddellijk aan mij (als u eerdere schrijfsels van me las weet u al dat het nooit een goed teken is als iemand die woorden uitspreekt…). Wetend dat ik maar wat goedkope Ikea meubels staan had wilden ze me de kans geven om tegen een vriendenprijsje (2000 euro) een echte donkerblauwe designzetel op de kop te tikken.

Georg was duidelijk vergeten dat hij me het sappige verhaal van de sekszetel ooit vertelde. Ik zag het nut er niet van in hem eraan te herinneren. Hij vond mijn desinteresse dan ook een beetje stank voor dank.

Maar zo heb ik mijn bezoek tenminste wel gespaard van de spermabank.

Verkeerd geboekt

28 nov

Een paar jaar geleden heb ik eens meegedaan aan een toneelstuk. Een amateurgezelschap had voor hun Kerstspel een aantal figuranten nodig en ik was één van de Engelen die het Kindeke kwamen bezingen. Naast mij aan een zeer ongemakkelijk harnas bengelde Tania, een goedlachse en exuberante meid die in het echte leven subsidies zocht voor alternatieve films en de overtuigingskracht die ze daarvoor aan de dag moest leggen, ook in haar sociale contacten stak.

Tania en ik hadden direct het gevoel veel met elkaar gemeen te hebben : we werkten beiden hard en veel, waren daar beiden deels door vervuld en deels door gefrustreerd en wilden er beiden iets aan veranderen zonder precies te weten wat.

Bij Tania zocht de verandering hààr op in plaats van omgekeerd, toen tijdens een halve marathon voor een goed doel, ene Tim haar tegen het lijf liep en ze met een ontwrichte knieschijf naar het ziekenhuis werd afgevoerd. De blessure ging weg, Tim bleef en na 6 maanden besloot ze samen met hem naar Afrika te trekken waar hij als logistiek medewerker van humanitaire projecten werkte.

De laatste 2 jaar communiceerden we dus enkel nog via mail. En al zijn er om de een of andere reden steeds meer mails tijdens de zomermaanden dan de rest van het jaar, het is een trouwe communicatie en ze blijft gespaard van algemeenheden. We schrijven beiden over wat ons écht bezighoudt. Ik heb haar dus ook verteld dat ik actief aan mijn burgerlijke staat was beginnen werken.

Tania wilde me meteen helpen. Het getrouwde leven beviel haar zo fantastisch goed dat ze vond dat ik het ook eens moest proberen en ze stuurde me meteen een lijstje van exen door die haar goed bevallen waren.

Snel bleek echter dat geen van de 4 nog single was.

Dus ging Tania te rade bij oud-collega‟s en kwam zo met een shortlist van 3 namen op de proppen. Henk en Bert waren echter ondertussen een koppel (met elkaar) en Jos was verhuisd naar Finland en zo ver wou ik dan ook weer niet gaan.

Maar nog bleef Tania niet bij de pakken zitten. Zoals het bij sprookjes en grappen pleegt te gebeuren was de derde poging de juiste.

Niet alleen was Kristof in leven, single en hetero, hij woonde nog steeds in Gent en stond wel open voor het idee met een volstrekt onbekende op een zomeravond een terrasje te gaan doen.

We hadden zelfs net op hetzelfde moment verlof. Hij spendeerde de eerste 10 dagen ervan echter in Zuid-Amerika. Tien dagen met prachtig weer die ik doorbracht op mijn favoriete manier : lang uitslapen, een waterrand opzoeken (voorzien van 2 boeken en een zonnebril) en ‟s avonds op een terrasje het passerende volk gadeslaan. Ik vind het geen punt mijn dagen alleen door te brengen, het is hoe je ze inricht die ze tot „eenzaam‟ of „vervullend‟ omdoopt. Maar ik voel me wel altijd een beetje verbonden met andere eenzaten die tussen de mensenmassa op de Graslei een boek zitten lezen of met pen en papier in de weer zijn.

Toen Kristof weer in België was, spraken we af dat hij me thuis zou komen ophalen. Ik woon op wandelafstand van het stadscentrum van Gent en we zouden al wandelend wel zien waar we uitkwamen. Dat ontspannen plan zag ik wel zitten.

Op die bewuste vrijdagavond, om 19h precies, belde Kristof aan.

Aan de andere kant van mijn voordeur schreeuwde een extralarge fuschiaroze hawaiihemd om aandacht. Een beleefd uitgestoken benige hand hing slap aan een knokige arm die het hemd zo mogelijk nog veel meer te groot deed lijken dan het eigenlijk al was. De stem die over het hemd ooit zei “deze neem ik mee naar huis” was even stil als zijn kledingkeuze luid. Het was een ietwat hoge stem die door de zenuwen op een jeugdige manier oversloeg, maar de man zelf was hoffelijk en vrolijk en dus gingen we samen de warme avond in.

Op de Korenmarkt vonden we een terrasje waar nog 2 plaatsen vrij waren en de ongemakkelijke stiltes die bij zo‟n blind date toch wel vaak de kop op steken konden eventjes gemakkelijk worden bij het bestuderen van het menu.

Ik houd van de zomer om zoveel redenen, maar het grotere aanbod aan slaatjes en pasta‟s draagt er zeker ook toe bij. Het duurde dus eventjes voor ik mijn keuze gemaakt had tussen 3 gerechten die elk even heerlijk klonken. Kristof had al sneller gekozen. Hij bleek een aanhanger van de Macrobiotische voedingswijze en zou dus enkel pasta met pijnboompitten eten.

Ik denk dat we toch wel een dikke 10 minuten over het Macrobiotische dieet gepraat hebben maar kan je onmogelijk zeggen waarover anders nog. Er was langs beide kanten echt wel veel goeie wil, maar op de een of andere manier vonden we echt geen aansluiting bij elkaar.

Ik houd van boeken, hij haat lezen, hij is gepassioneerd door zijn dieren (witte muizen, ratten en reptielen), ik heb een fobie voor knaagdieren. Ik merkte die avond bij mezelf dat ik een vrij Bourgondisch type ben : ik hou van GENIETEN. Genieten van eten, drinken, gezelschap, situaties, comfort, … Kristof niet.

We voelden het beiden aan dat dit niet meant to be was en besloten dus op een deftig uur naar huis te gaan. En net op het ogenblik dat we de rekening hadden gevraagd, kwam aan de andere kant van de glazen afscheiding met het volgende terrasje, een man met een boek zitten.

Het was “Harry Potter and the Deadly Hollows”, en dat wist ik want net 5 dagen eerder had ik met nog een aantal andere enthousiastelingen zelf ‟s nachts voor de Fnac staan aanschuiven tot om Middernacht de deuren opengingen om de Engelse versie van het laatste Harry Potterboek te kunnen bemachtigen.

Hij had donker warrig haar en een bril (ook de lezer, maar dan op een meer Wim Helsen soort manier), en zat daar zo comfortabel en tevreden duidelijk te genieten van de avond en zijn boek. Ik hoopte dat hij zou opkijken en dat ik door oogcontact minstens iets van boodschap mee kon geven maar J.K. Rowlings schrijft te goed en Harry Potter hield hem in zijn ban. En ik WIST gewoon dat ik op het verkeerde terras aan het verkeerde tafeltje bij de verkeerde man zat. Maar kon er niets aan doen.

Niet dat ik geen plannetjes smeedde hoor – ik dacht even aan bierkaartjesfrisbee (maar kon dat niet onopvallend uitvoeren), aan goed gemikte rollende lippenstift die tegen zijn voet zou belanden (maar onder de afscheiding tussen de terrasjes was onvoldoende plaats), overwoog de ober om te kopen (maar dat was nogal moeilijk te regelen met Kristof die aan mijn zijde kleefde)… Er zat niets anders op dan het te laten voor wat het was.

Ik ben die avond nog teruggekeerd nadat Kristof naar huis was gegaan maar Harry Helsen/Wim Potter was al weg. Ik ben die zomer iedere avond langs de Korenmarkt gewandeld in de hoop op zijn tafeltje toe te kunnen stappen, naar mijn eigen boek te wijzen en te vragen „mag ik er soms bij ?‟.

Natuurlijk heb ik hem nooit meer gezien. Maar als ik nu zelf alleen met mijn boek aan een tafeltje zit, kijk ik af en toe eens op en rond. Je weet maar nooit dat ergens, een paar stoelen van me verwijderd, een leuke kerel een vreselijke blind date aan het hebben is en mij ziet zitten…

Je weet maar nooit.

Carpe Diem

23 nov

Een mens zou het nog vergeten, zo met al die olijke avonturen met de fijnere exemplaren van de mannelijke single bevolking. Een mens zou zo nog vergeten dat ze zelf ook wel eens een blunder maakte. Mijn anglofiele zus zou zeggen “you really put your foot in that one”, maar helaas gaat het hier om andere lichaamsdelen.

Wat volgt verhaalt één van mijn absolute gloriemomenten als datende deerne. Maar voor het uw hele perceptie van mijn geweldige ‘zijn’ verandert – mag ik toch even melden dat het hier een episode uit een ver verleden betreft ? Niet alleen spraken de dinosaurussen toen nog, maar België werd bestuurd door een regering die daadwerkelijk daartoe was verkozen én binnen de week was gevormd.

Gezien mijn verjaardag in het najaar valt vertrok ik op mijn 17e rechtstreeks uit een strenge meisjesschool richting de universiteit van Gent. U mag dat gerust vergelijken met het hele Safari gebeuren : je gaat hoofdzakelijk mee met zo’n safari om wilde dieren te zien, maar eens ze er zijn, vind je ze toch maar gevaarlijk en blijf je liever in de auto.

Mannen waren wilde dieren. En soms, als ik veel geluk heb, zijn ze dat nog eens :-D.

Maar toen, toen in dat verre verleden liep ik dus met grote ogen, emmers verlangen en net iets teveel schroom in Gent rond om daadwerkelijk uit de jeep te geraken. Herinnert u zich Johannes nog ? Wel we spreken over die tijd, de tijd van voor er iets gebeurde buiten de immense gewelven van mijn fantasie.

Ik zat op kot op een heel leuk kot waar ik trouwens één van mijn (nog steeds) allerbeste vriendinnen leerde kennen ! Aan de overkant van de straat was er een kot waar ik door het open raam een leuke jongeman met donkere krullen gitaar kon zien (en als het raam open stond ook kon horen) spelen. Ik placht (en denk hierbij gerust ‘smacht’) verdoken achter het gordijn te kijken hoe hij dat deed.

Nu wou het toeval dat iemand uit mijn jaar, laat ons hem Jelle noemen, ook op dat kot woonde. Bij die Jelle (waarover ik trouwens wel wat sappige anekdotes kan vertellen, maar die spaar ik voor een andere keer) kwam ik af en toe wel eens op bezoek ondanks het feit dat het een geweldige klier was. Maar de zelfopoffering had toch een goed gevolg, want op een bepaalde dag stelde hij me dan toch aan de Anonieme Gitarist, aka Olivier, voor.

Hij was leuk, die Olivier, en ik was instant verliefd. Ik durf dat namelijk wel nog eens worden, en liefst nog wel vol overgave. Maar Jelle liet ons geen moment alleen en zelfs al had hij dat gedaan, de kans was klein dat er iets zou gebeurd zijn – mijn ervaring op dat ogenblik was immers zo groot als een gestolen kus in het spookhuis. Ik was een echte verleidster, en zo voelde ik me ook. Not.

Anyway. Op een avond gaven we op ons kot een kotfuif en uiteraard was Jelle er. Olivier niet. Want hij had de volgende dag een proefexamen en moest studeren.

Maar mijn feestje was geen feestje zonder hem, en dus stak ik de straat over en wipte even bij hem binnen om hem moed te wensen. Hij deed wat raar, Olivier, en het leek wel alsof hij niet op zijn gemak was met mij alleen in de kamer. Misschien was het een voorgevoel…

Na het uitgebreid bespreken van boerderijdieren en hun jongen, kwam de aap eindelijk uit de mouw : Jelle had zijn territorium afgebakend en mij als te vangen prooi bestempeld. Dat ik geen enkele interesse in hem had, was daarbij niet relevant gebleken. De wetenschap dat ik het niet eens was met dat verhaal, maakte Olivier plots een stuk minder gespannen. Zo ontspannen zelfs dat het tot wat dollen kwam : ik mepte hem met een lege plastic fles en hij lachte. Ik zeg het, ik was een mega verleidster in die tijd !

Olivier zat op een stoel, heel stoer balancerend op de achterste poten en ik stond tussen zijn benen met de fles te zwaaien toen ik plots het licht zag en dacht “het is toch niet altijd de man die de eerst stap moet zetten… ?!” en prompt (edoch met licht bevende stem) vroeg ik hem : “geloof je in carpe diem”. Het was de tijd net na Dead Poets Society, wat kan ik zeggen – toen klonk het als iets goeds om op zo’n moment te zeggen.

Hij antwoordde “euh, ja…” waarop ik mompelde “ik ook” en mijn kuspoging inzette. Ondanks de weinige ervaring die ik op dat moment achter de kiezen had, was de kus juist gemikt en bleven we zowaar aan elkaar plakken. Maar Olivier was zo verschoten van mijn move dat hij het stoer-balanceren even vergat zodat zijn stoel langzaam achterover begon te hellen.

Hij helde mee. Mijn lippen, verbonden aan de zijne, volgden. En ik, nogal gehecht aan mijn lippen, bleef niet achter.

Eerst ging het langzaam, maar de zwaartekracht stak er zo’n vaart in dat ik pas besefte dat ik bovenop hem was gevallen toen hij kermend naar zijn kruis greep alwaar mijn knie zijn zalvende handen toegang verhinderde.

Het was niet meteen hoe ik die kus had zien eindigen en ik voelde me ook erg schuldig. Ik had helemaal geen ambities onder de gordel gehad en zeker niet handelingen die pijn deden. En het leek ECHT wel pijn te doen. Maar toen ik opperde – een beetje onbeholpen, ik geef toe, maar we spreken over de tijd waarin Van Gheluwe nog heilig ipv geilig leek – “zal ik er een kusje op geven ?!” keek hij me aan met een blik die boekdelen (uit een moordroman) sprak.

We maakten het uiteindelijk nog goed hoor. De week die kwam richtten we ons vol overgave (maar wel steeds liggend opdat ik niet nog meer op hem zou vallen) op het oefenen van de betonmolen-kustechniek. Ik vond er niet veel aan, maar dat was toen de mode, en het leek een goed plan.

Na een week heb ik het uitgemaakt want hij begon over trouwen en dat leek me toch niet zo’n denderend idee op mijn 17e. Onze wegen scheidden.

Maar de wereld is klein.

Rarara wiens achtergevel op hetzelfde middenplein uitkijkt als mijn achtergevel ?! Juist ja.
Dat ontdekte ik toen ik in de Delhaize aan de Watersportbaan liep en hij daar ook liep met zijn vriendin en een baby in het winkelkarretje. Ik herkende hem onmiddellijk maar vond nergens een rek met Delhaize-baby’s, dus ik vermoed dat ik hem dan toch niet voor het leven geïncapaciteerd heb ;-).

Hij herkende me ook. En ik zweer het – hij zag me en ging toen onmiddellijk (met gealarmeerde-hinde-blik) achter zijn vriendin staan.

U vindt zijn versie van dit verhaal ongetwijfeld op de blog “gezocht : vrouw zonder kniëen”

(Ge)zond[e], maar met mate

22 nov

Ik hou niet van koude kamers. Ik wou dat ik er iets kon veranderen, maar er is geen ontkomen aan : ik heb snel koud en heb het niet graag.

Mijn optimale kamertemperatuur is 23° graden, en overal waar het binnenskamers kouder is, zal ik het niet snel gezellig vinden.

En toch spendeerde ik mijn eerste vrije zaterdagavond in weken in een ijskoud eethuisje samen met Olivier.
Olivier had ik opgeraapt (of hij mij, ‟t is hoe je het bekijkt) op een nieuwe datingsite die ik met de moed der wanhoop eens had bezocht.

Zoals elke man op een datingsite schijnt te zijn, was ook hij manager. Behalve het feit dat alle mannen zichzelf als „manager‟ benoemen begin ik echt wel veel te leren van dat internet daten ! Zo zijn alle mannen ongeveer 5 cm kleiner dan ze op het net aankondigen en de meeste vrouwen 5kg zwaarder. In het voordeel van de vrouwen pleit wel dat zij om de zoveel tijd eens de waarheid blijken geschreven te hebben.

Maar kom. Olivier de Manager en ik waren tot een zaterdagavond-date gekomen omdat hij een mooie foto had. Voilà. Je kan niet altijd vallen op diepzinnigheid. En aangezien uit zijn profiel zeer weinig indicaties van diepzinnigheid af te leiden vielen, mag je me geloven als ik zeg dat het een héél mooie foto was.

Dus toen hij me na een stuk of 3 vrij algemene mailtjes vroeg om af te spreken liet ik mijn hormonen spreken en zei ik „ja‟.

Ik laat graag de mannen het restaurant kiezen, of toch minstens voor de reservatie zorgen. Ik eet overal wel iets graag, en ik vind het boeiend te merken wat voor soort plek hij uitkiest. Helaas voor mij koos Olivier voor een eethuisje waar ik al een paar keer eerder was geweest en steeds opnieuw gezworen had niet terug te komen. Een met smaak bereide vegetarische maaltijd vind ik heerlijk, maar daar leek niemand ooit van de uitvinding „kruiden‟, „peper‟ of „zout‟ gehoord te hebben.

Ik probeerde nog alternatieven voor te stellen maar neen, Olivier was niet te vermurwen. Hij had een moreel probleem met commerciële instellingen en zeker trendy restaurants, of erger nog ketens. Dus op die koude herfstdag stond ik op het afgesproken uur in het portaal van het eethuisje te wachten op de oh zo knappe Olivier.

En ik werd niet teleurgesteld. Hij bleek in het echt zelfs nog mooier te zijn dan op foto, op een soort van exotische, non-conformistische manier.

We mochten kiezen welk tafeltje ons het beste leek : dat in de ongezellige hoek, of dat aan de tochtende deur. Olivier koos voor de ongezellige hoek. Dit vereiste dat we samen het restaurant door moesten en het was vrij duidelijk dat ik de enige rok, mascara en handtas in de kamer had binnengebracht en dat terwijl toch zeker meer dan de helft van het aanwezige publiek vrouwelijk was.

De menukaart werd ons gebracht en ik zocht naar mijn geliefde Kirr als aperitief. Geen Kirr. Een glaasje wijn dan maar – paardenbloemwijn, want andere wijn was er niet.

Op de menu klonk de groentetaart me wel lekker te zijn en ik bestelde die. Olivier nam iets met kikkererwten. Ondertussen waren we aan het gebruikelijke kennismakingsdansje begonnen : “is dit de eerste keer dat je op date gaat ?”; “hoe waren je vorige ervaringen ?”, “ben je hier al eerder geweest ?”. Na wat algemene vragen kwam het onderwerp op onze respectievelijke jobs. Het begrip „manager‟ dekt zoveel ladingen dat ik wel benieuwd was wat precies door Olivier „gemanaged‟ werd.

Dat bleek vooral zijn tijd en een werkloosheidsuitkering te zijn.

En een robot. Want Olivier had er een kunst van gemaakt om een tijdje te werken, dan de hoogst mogelijke werkloosheidsuitkering vast te krijgen om dan een aantal maanden thuis aan zijn robot te kunnen werken.
Hij deed één of andere gevechtssport en het was zijn ultiem doel om een robot te bouwen die de plaats in kon nemen van een sparring partner. Tot dusver had al een arm ontworpen die, indien met de elleboog naar beneden gehouden, enkel een onbeleefde beweging kon maken. Het had hem maar 12 maanden gekost.

Het eten werd opgediend en ik vroeg een glaasje Cola Light bij het eten (de Paardenbloemwijn was niet direct voor herhaling vatbaar). Cola Light werd er niet geserveerd. Appelsap dan maar – uiteraard ongezoet want suiker was een giftige stof volgens de ober (dus hadden ze volgens mij juist wél Cola Light moeten serveren maar dat terzijde).

De eerst hap van de groentetaart deed me weer helemaal herinneren waarom precies ik daar nooit meer terug wou gaan : geen smaak en daarenboven in het midden nog bevroren. Ik vroeg een stukje brood bij de taart en kreeg zuurdesembrood (uiteraard zonder boter, want ook boter was vergif volgens de ober).

Kauwend op het harde zure brood en de koude smaakloze taart, weggespoeld met zuur appelsap (dat er trouwens uitzag als diarree) begon ik me af te vragen of de filosofie van het restaurant niet gewoon was : het heeft smaak ?! => het is vergif – ironisch aangezien ik wel een aantal gifsoorten kan opnoemen die volstrekt smaakloos zijn. Maar dat opnieuw geheel terzijde.

Olivier bleek geen problemen te hebben met zijn voedsel, hij hield er namelijk een zeer prozaïsche theorie over voedsel op na. Als je per dag maar het vereiste aantal calorieën opneemt en voldoende vitaminen binnenhaalt, maakt het niet uit wat je eet.

Hij had er een gewoonte van gemaakt om iedere dag dezelfde maaltijd te eten, een prakje dat zonder smaak en enkel voor de functionaliteit was bereid. Het gaf hem niets dat er geen variatie in zijn voeding zat, op zaterdag en zondag maakte hij dat ruimschoots goed door naar het etablissement te gaan waar tegen dat ogenblik mijn voeten al even koud als de groentetaart waren.

Smaken waren alleen maar goed om je af te leiden van de essentie : het binnenkrijgen van de juiste voedingsstoffen. En om die reden te mijden.

Hij had gelijklopende gedachten over warmte. Hij geloofde dat je het hele jaar door moest leven volgens de seizoenen en dus in de winter genoegen nemen met de temperatuur die de zon en het weer je gaf. Enkel als het in zijn living onder de 15 graden ging, stak hij per uitzondering eens verwarming aan.

Hij had evengoed kunnen zeggen dat hij onbehandelde syfilis had, zo aantrekkelijk maakte die statement hem bij mij.

Onder het genot van een kopje distelthee (surprise surprise : compleet smaakloos) onderhield Olivier me verder over de ideale methode om zoveel mogelijk geld van zoveel mogelijk instanties te verkrijgen zonder te werken. Ik moest het ook eens proberen zei hij, werken was enkel voor de afgestompten die Het Licht nog niet hadden gezien.

Het licht was in het restaurant ondertussen uit gegaan. Het was 22.00h en dan werd de boel gesloten, dus wie per ongeluk nog iets aan het eten of drinken was, moest het vanaf dat ogenblik met binnensijpelend straatlicht doen. Kaarsen waren ongetwijfeld ook vergiftigd of te gezellig. Al moet ik eerlijk toegeven dat kaarslicht er geen lang leven beschoren zou zijn bij de tocht die bij iedere windstoot langs de tafeltjes raasde.

We betaalden de rekening aan de nu openlijk afkeurende ober (ik had gevraagd of ik met de kaart kon betalen – shame on me) en hielden het voor bekeken. Olivier wilde die avond nog zijn robotarm van een hand en vingers voorzien, zei hij.

Ik heb hem, dankbaar voor zijn toewijding, goeiedag gewenst en ben voor een Chocolade Muffin langs McDonalds gereden, wetend dat ik hem daarmee alvast van De Middelvinger voorzag.

Pet Shop Boy

3 nov

Toen ik een maand geleden besloot dat het tijd was om me weer in de wereld van de wellust te storten, gaf iedereen naar wie ik luisteren wilde, me de raad om me in te schrijven in één of andere cursus. De inhoud van de cursus telde volstrekt niet, enkel het potentieel aan mannelijke deelnemers was van belang. En dus besloten een aantal van mijn collega’s die zichzelf uitgeroepen hadden tot de bezielers van mijn lot, dat ik het best een avondcursus Spaans kon volgen. Daar zou ik volgens hen véél mannen ontmoeten. Mijn halfslachtige tegenwerping dat ééntje al meer dan genoeg was, werd in de wind geslagen en dus moest ik iedere woensdagavond op pad, gewapend met pen, papier en poederdoos.

Er waren inderdaad 7 mannen en slechts 2 vrouwen present tijdens de avondlijke Spaanse ontdekkingstocht, maar helaas waren die 7 stuk voor stuk gelukkig getrouwd en tussen de 50 en 60, iets ouder dan mijn doelpubliek dus. Els, mijn vrouwelijke reisgenoot, was echter maar een paar maanden jonger dan ikzelf, kersvers getrouwd met Danny en bijzonder enthousiast bij het horen van het waarom van mijn Spaanse inschrijving. Els had immers zelf een queeste. De beste vriend van haar echtgenoot, „den Gino‟ (recentelijk uit Antwerpen naar Gent geïmmigreerd), was ook single en aangezien die zijn avonden op dat moment steevast naast (soms zelfs tussen !) Els en Danny op de sofa doorbracht, was ze extreem gemotiveerd om Gino een andere permanente zit- en zapplaats te bezorgen.

De derde les was nog niet goed en wel halfweg of Els vroeg me of ik het niet zag zitten eens af te spreken met Gino. Het was zo’n fijne man, hij had zo’n fantastisch gevoel voor humor, wou ook echt een stabiele relatie – echt iets voor mij !

En dus zei ik lichtjes nerveus “ok” tegen het idee van een double date.

Smsjes werden uitgewisseld, data vergeleken en uiteindelijk kwam het iedereen het best uit mochten we na de woensdagse avondles met zijn viertjes een hapje gaan eten. Els en ik zouden samen met de auto vanuit de les vertrekken, Danny en Gino zouden ons daar opwachten.

De volgende woensdag maakte ik dat ik iets eleganter dan anders naar de avondles kon vertrekken. In de auto vroeg ik nog wat meer info over mijn illustere blind date. Els vertrouwde me toe dat haar man en Gino echt verknochte vrienden waren. Danny was eerder stil, maar Gino was bijzonder vlot, zo vertelde ze me. Hij wist na zijn vorige relatie precies wat hij in een vrouw zocht en was dus niet doelloos op zoek.

Uiteraard was ik benieuwd wat dat „precies‟ was dat hij in een vrouw zocht – wat had hij over mij gevraagd dat hij heel belangrijk vond op voorhand te weten ?
Els’ laconieke antwoord luidde : “hij wou weten of je graag vanboven zat”.

Ik ben zelden met verstomming geslagen, maar toen dus wel lichtjes. Het leek me niet de meest relevante vraag. Maar blijkbaar was wat Gino zocht in een vrouw, vooral een constante bereidheid tot seks. En liefst in de Shakti positie dus.

Ik had niet veel tijd om hier verder op in te gaan want we kwamen toe op onze bestemming. Els fluisterde me nog in dat zij Gino echt een mooie man vond en dacht dat ik wel helemaal wild van hem zou worden – en op die hoopvolle noot duwde ze me de voordeur binnen. En inderdaad, één van de twee mannen die naast elkaar aan ons tafeltje zaten, was niet onaantrekkelijk.

Niet den Gino. Gino was… bezienswaardig (bij gebrek aan een beter woord).

In een poging hip te doen had hij zijn haar langs weerszijden van zijn meanderende scheiding met gel omhoog gezet zodat zijn kapsel leek op een rivier die tussen 2 bergkammen richting zijn voorhoofd liep. In die optiek was het misschien goed dat hij een bijzonder uitgesproken overbeet bezat om eventuele afvloei op te vangen ?

Onder zijn onderkaak sneed een dikke gouden ketting in zijn tweede kin en leidde zo (gelukkig) de aandacht even af van zijn borstkas. Een veel te kleine bruine ribfluwelen blazer flankeerde het blauwe geruite hemd dat tot halfweg zijn torso openstond. De obligatoire dikke bos borsthaar ontbrak helaas niet. Op zo’n momenten ben je blij met een aperitief. Of vijf. Al bleek reeds tijdens de eerste slokken dat de rolverdeling tussen de 2 bloedbroeders zeer duidelijk was : Danny zei niets, Gino alles. En blijkbaar manifesteerde die tendens zich ook tijdens hun favoriete hobby : het in gang steken van café-ruzies. De heren plachten zich samen aan de toog te installeren, stilzwijgend rond te kijken tot ze een geschikte boksbal in het vizier kregen, om zich dan als team op de uitverkorene te storten.

Deze hobby kwam er echter pas na het stadiumverbod dat beiden kregen na hun veroordeling voor hooliganisme. Ik ben niet werelds grootste voetbalfan, maar wel een uitgesproken tegenstander van hooliganisme, dus was het nodig dat er een ander gespreksonderwerp gevonden werd voor de gemoederen te hoog opliepen.

Wat beter dan „werk‟ ? Gino vond de verandering van topic alleszins opperbest want had zijn droomjob gevonden : als chauffeur van geneesmiddelen kon hij zich de hele dag uitleven in wat na het hooliganisme zijn allerliefste bezigheid was : verkeersagressie. Hij vond immers dat, als gehaaste professional op de baan, niemand in zijn weg mocht rijden. Waagde toch iemand om een halve seconde tijdsverlies te veroorzaken dan reed hij kilometerslang desnoods maar 60km per uur terwijl hij de chauffeur in kwestie op alle mogelijke manieren terroriseerde. Het tegenstrijdige van dat gedrag ging volledig aan hem voorbij.

Maar aangezien ook dit onderwerp duidelijk tot openlijke meningsverschillen leidde, werd het gesprek op de fantastische vriendenkring van Danny en Gino gebracht. Het waren bijzonder gezellige kerels die graag op zaterdagavond een pintje of 50 gingen pakken om zich dan aan bijzonder leuke avonturen te wagen.
Wat was er immers leuker dan na een straalbezopen ritje met zijn allen aan cow-tipping te doen ? Danny en Gino kwamen niet bij toen Gino de herinnering ophaalde van het vrijgezellenfeestje van de broer van Gino waarop ze er niet beter op hadden gevonden dan de pekinees van de buren te frituren.
De afschuw die ik luidkeels uitdrukte negerend, voegde hij eraan toe (terwijl Danny tranen met tuiten lachte) dat het maar nipt even grappig was als die keer dat Gino de weddenschap (voor 50€) had gewonnen door een kip te verkrachten. Dat is het punt waarop ik mijn servet heb neergelegd, ben opgestaan en doorgegaan.

Els kwam me nog achterna, zei schaapachtig dat ze Gino nog niet zo goed kende, zij en haar man waren immers heel snel na hun ontmoeting getrouwd. Ze bekende dat ze het zo jammer voor me vond dat het niet geklikt had met de vriend van haar man. Ik bedacht dat ik het zo jammer voor hààr vond dat het wél geklikt had met haar man en diens vriend.

Er zijn zo van die momenten waarop je beseft dat single zijn zo slecht nog niet is.