“Jij bent waarschijnlijk gewoon te veeleisend” is één van de uitspraken die de gemiddelde huis-, tuin- en keukensingle veel te vaak als antwoord krijgt op de (retorische) vraag “waarom ben ik nu toch nog alleen ?!”.
Het is een antwoord dat bij mij altijd een dubbele reactie ontlokt. Enerzijds kan ik goedmoedig, edoch doorspekt met een vleugje pinnigheid, niet nalaten die redenering even door te trekken : als singles té veeleisend zijn, betekent dat dan niet dat al wie geen single meer is, NIET veeleisend was? En is dat dan iets om vol trots te verkondigen (zeker als je partner in de buurt is)?!
De tweede reactie is dat ik me daadwerkelijk begin af te vragen of de spreker geen gelijk heeft en dat ik misschien de lat wat naar beneden moet halen. Het was op zo’n moment dat Willy me uit eten vroeg. En ik ja zei.
Willy werd bij de douane en door zijn moeder aangesproken als Wilfried en, zo moet u weten, ziet er niet uit zoals hij klinkt. U zou hem zich mogelijks voorstellen met een dikke ouderwetse bril, overgekamd haar, een doorzichtig fout hemdje en witte sokken in veterschoenen met rubberen zolen. Niets daarvan. Willy was op zich eigenlijk echt niet onaantrekkelijk, al probeerde hij dat bijzonder goed te verstoppen toen we elkaar oorspronkelijk ontmoetten.
De eerste tot en met 100e indruk die Willy naliet was er één van springerige onschuld. Niet direct wat je zou verwachten van een derdejaarsstudent aan de universiteit. Hij droeg (door zijn mama handgebreide) pulls, liefst met een naar paarden verwijzend motief, gedroeg zich als een dertienjarige in de buurt van meisjes en praatte enkel over jumping. Ik moet bekennen dat we in die tijd eerder lacherig over Willy praatten en hem niet tot de beschikbare mannen rekenden. Hij was zo overduidelijk nog nooit in de buurt van een vrouw geweest dat we (mijn vriendinnen en ik) ons veel te werelds voelden om daar verandering in te brengen. Ja, we werkten wel samen met hem voor de practica, en ja we kenden hem van zijn studentenjob in een platenzaak, maar we zagen hem niet voor vol aan.
Het hielp niet dat de versierpoging die hij ten aanzien van mijn vriendin ondernam als voorbeeld van klungeligheid werd rondverteld in ons jaar. Mijn vriendin is een hele mooie meid. En was dat toen ook al. Ze was het soort vrouw dat zelfzekere mannen naar adem deed happen en waarvan de meeste leeftijdgenoten dachten dat ze way out of their league was. Maar Willy stapte op een onbewaakt moment op haar toe en zei : ‘ik heb er eens over nagedacht en ik heb besloten dat jij wel mijn lief mag worden’. Vervolgens drukte hij haar een kaart voor de Kerstjumping in de handen en vertelde haar dat ze daar ineens ook zijn ouders kon ontmoeten.
Het werd een eenzame Kerst voor Willy en voor zover ik weet bleef dat voor de rest van zijn studies onveranderd.
Vijf jaar later was ik weer eens op een opleiding (alwaar je de spannendste mensen ontmoet) en wie ontmoet ik daar – Willy. De 100 en eerste indruk die Willy maakte was dat hij ontmaagd was. Dat klinkt een beetje cru, maar de jongen met de passie voor paarden was een man geworden met een passie voor berijden. Ik zag het aan zijn houding, zijn blik, zijn zelfbewustzijn. Willy had zijn willy ontdekt.
We voerden het soort gesprek dat 2 mannen niet met elkaar hebben en 2 vrouwen al evenmin. Ik langs mijn kant voerde het omdat ik geïntrigeerd was in de transformatie : seks had Willy sexy gemaakt. En al zag hij er nog identiek hetzelfde uit (behalve de kwaliteit van outfit) als een half decennium eerder, pas nu zag ik dat hij eigenlijk knap was. Waarom hij langs zijn kant het gesprek voerde – tja. In dat lustrum had hij lust ontdekt denk ik.
Hij hield stevig oogcontact, kwam dichter dan nodig was, en vroeg mijn nummer op de valreep van de pauze.
Ik was nauwelijks op de trein naar huis gestapt of de telefoon rinkelde al. Had ik geen zin om als disgenoot van Willy te fungeren, preferabel vanavond nog.
Ik vond dat stiekem een beetje jammer… Als je room bij de vleesjus doet, moet je dat ook even laten doorkoken. Als je interesse in een vrouw zaait, mag je dat wat laten doorsijpelen. Echt. Het is geen slechte zaak haar tijd te laten zodat ze lachend naar een vriendin kan bellen met de befaamde opener “Moejenunekeerwaweten ?!”. Dat lachen richting samenzweerderig enthousiasme laten evolueren, haar vervolgens laten tintelen door een kort maar spits teken van leven ongeveer een half uur nadat ze gedacht had dat een happige kerel ten laatste zou toegeslaan hebben. Dat mag. Dat is zelfs goed. Meer nog, dat is zelfs top.
Bij gebreke aan die wenselijke stappen in het datingproces ontmoette zijn uitnodiging wat aarzeling in mij. Ik hoopte dat het wat naar de toekomst verschuiven van de date die aarzeling naar het verleden zou verwijzen. We spraken af op zaterdag, 3 dagen na de opleiding.
Je ‘opmaken’ voor zo’n date vind ik altijd iets raars. Je bent jezelf, hebt je eigen stijl, maar tegelijk wil je graag een goede indruk maken, en die hangt af van de smaak en stijl van de toeschouwer. En al zou ik nooit zover gaan om mijn geliefde hoge hakken in de kast te laten voor een date als ik vermoed dat hij liever basketjes ziet, er zijn dingen die zo nauw niet steken. Zo lak ik een keer of 6 per jaar mijn nagels. Ik kan dat perfect meer doen voor de liefhebber, en perfect laten voor wie daar lak aan heeft. Zo simpel is dat.
Die zaterdag was toevallig de dag na de tweemaandelijkse kleuring van mijn klauwtjes. Willy had nog geen goeiedag gezegd toen hij me daarover op de vingers tikte. Nagellak, tatoeages in het gezicht en piercings in de geslachtsorganen behoorden tot dezelfde uiting van marginaliteit voor zover het hem betrof. Qua openingszin kan zoiets wel tellen. Het beïnvloedde alleszins de zin tot opening. Van mijn voordeur, van mijn hart, van mijn lichaam. Mensen die anderen in hokjes steken, blinken vaak niet uit in ruimdenkendheid. En laat nu die eigenschap toch wel zeker heel belangrijk voor me zijn ?!
Maar, u hoorde het mij al eerder vermelden, ik vind dat mensen kansen verdienen en dus trok ik toch met hem op pad.
Het standpunt rond piercings wat niet het enige dat Willy indringend innam. Ook zijn mening over partners was kleurrijk (maar klonk lichtelijk pijnlijk). Een echtgenote behoorde volgens Willy vooral volgzaam te zijn. Hij had er net een relatie van 2 jaar opzitten met een meisje die inschikkelijkheid tot een Olympische discipline had verheven maar hij had de relatie verbroken toen ze geweigerd had op een zondagmiddag mee te gaan naar zijn ouders.
Met zijn ouders had Willy ook een bijzondere band : als ze iets zeiden dat hem niet aanstond dan sprak hij gewoon niet meer tegen hen. Zijn record was 37 dagen stilte geweest. Hierbij telde hij enkel de dagen waarop hij zijn ouders ook daadwerkelijk had gezien. Anders (dixit Willy) zou het wel gemakkelijk zijn geweest. De fameuze geweigerde zondag viel trouwens op dag 35 van dat stomme tijdperk.
Willy toonde zich 2 uur lang van zijn zeer categorieke en onverbiddelijke kant. Wetend dat mijn eigen sterkte (mensen kansen geven en redelijkheid zien voor ik onredelijkheid moet besluiten) tevens ook mijn eigen zwakte is, wist ik dat de combinatie van die Willy en mijn wil niet echt een aanrader was…
Voor mij moest er geen tweede date komen. Maar net die tweede date, dat wou Willy wel. Hij zocht me nog geen 3 dagen later op bij me thuis met de vraag of ik niet mee wou naar een concert van U2. Hij had kaarten voor het middenplein en wou er één van in mijn hand drukken.
Ik zat in een fase waarin ik dacht “liegen is onrespectvol” dus ik vertelde hem de waarheid : dat hij mijn prins niet was en dat ik hem dus niet zou vergezellen naar het (Sport)paleis. Misschien had ik hem beter wijsgemaakt dat het niet aan hem lag en ik er gewoon niet klaar voor was. Misschien.
Hoedanook, Willy werd razend en verdween schier schuimbekkend huiswaarts.
De volgende ochtend schreeuwde een mail om mijn aandacht. Superlatieven verdrongen scheldwoorden, vervloekt werd mijn gezondheid en mijn nageslacht. De mail besloot met de belofte dat hij me nog wel zou krijgen.
Nu opnieuw een Kerst zijn naalden verloor, vraag ik me Willy-gewijs opnieuw af:
Will he or won’t he…