’t Is maar een gedacht

10 apr

Veel mensen hebben een bepaalde uitspraak of frase waar ze zich wat aan ergeren. Er zijn er die ‘kids’ de gruwel vinden, “ik heb zoiets van” lokte een koude rilling bij mijn oud-collega uit, en ik heb een allergie aan het begrip ‘opiniepers’.

 

Ooit, in een ver verleden, was ik een naïef meisje dat rechten ging studeren. Ik deed dat omdat mijn ouders gezegd hadden dat me dat een brede waaier aan keuzes zou opleveren in mijn toekomst én ook (al gebiedt eerlijkheid me te bekennen dat de hier gebruikte volgorde de waarheidsgetrouwe is) omdat ik geloofde in het idee van de Rechtsstaat. Ik voelde een bepaald eergevoel toen ik leerde over de scheiding der machten, over het feit dat zowel de Wetgevende, Uitvoerende en Rechterlijke Macht onpartijdig dienden te zijn. Ik stond achter het obligatoire miereneukerig gedrag van de jurist als het om formuleringen ging. Je maakt geen wetten voor 3 mensen. Wetten dienen er te zijn ter ondersteuning van het algemeen belang en met een zo groot mogelijke duidelijkheid zodat willekeur uitgesloten is.

 

‘Persvrijheid’, net zoals ‘vakbonden’ overigens, waren begrippen die ik in mijn naïviteit enkel zag binnen hun historisch gegroeide noodzaak. Er waren voor beide mensen gestorven. Ze behoorden tot ons grootste goed. Ik was zover nog niet om te zien dat het boven de wet plaatsen van fel bevochten bastions nog altijd gewoon ‘boven de wet plaatsen’ inhoudt.

 

Dat de Vrijheid van Meningsuiting één van de pijlers van het totale begrip ‘vrijheid’ is, daar moet niemand me van komen te overtuigen. We hebben stemmen nodig die wakker durven schudden, die waarheden durven te ontbloten, die schor maar standvastig herhalen wat niet vergeten mag worden.

 

In die periode, toen ik met grote ogen vol verwondering over het leven en de wereld leerde, was het dat het me daagde dat we geen 3 Machten hadden. Een vierde macht, naar mijn aanvoelen goed gevoed door Voldemort (of noemen we hem gewoon Dutroux?) en de schokgolf die zijn daden teweeg brachten, had zich krachtig naast de andere, gereguleerde en gescheiden machten, gevestigd.

 

Ja, informatie was en is nodig. En toch huiverde ik toen ik de eerste keer in een artikel de trotse melding las van een hoofdredacteur van een krant dat de Vlaamse Pers zichzelf de titel ‘Opiniepers’ mocht aanmeten.

 

Ik huiverde omdat ik tot op dat moment had gedacht dat het feit dat het onpartijdige van die 3 pilaren der rechtszekerheid net op fact-checking, onderzoek, voorzichtigheid en context gestoeld was, ons behoedde voor mistoestanden. En daar verkondigt de machtigste, niet gereguleerde macht plots dat ze daar niet meer aan meedoen. Een mening hoeft niet gehinderd te zijn door (voor)kennis of waarheidsgetrouwheid, en zowel zwart-wit als gekleurd is het een goed verkoopbaar goedje.   Wat me angstig maakte was dat de mensen die krediet hadden opgebouwd door hun beroep en het feit dat ze tot daarvoor steeds gehamerd hadden op deontologie en op onderbouwde theorieën net die mensen waren die nu zonder weerga en met verve hun eigen opinie als de gospel begonnen opvoeren.

 

In die tijd, toen ik dacht dat houthakkershemden en wijde t-shirts zeer vrouwelijk waren, werd het zaadje gezaaid van wat me vandaag iedere dag ergert en bang maakt: het ongebreidelde van De Mening.

 

Fast forward 20 jaar hebben we Trump en Facebook. Over de eerste en fact checking moet ik niets meer zeggen, denk ik. Op facebook lees ik alleen maar meningen. Ongevraagd en vlijmscherp. Op de meest onschuldige moedergroepjes worden andere gezinnen zonder scrupules gefileerd op basis van het observeren van 1 tafereeltje. Je kan geen online krantenartikel lezen (zeker als het over allochtonen of tv-programma’s gaat) of 1000en mensen spuien hun ongezouten gal.

 

Context, inlevingsvermogen, zelfs ook maar matigheid lijkt een schaars goed geworden.

 

Er is geen onderwerp of er is wel iemand in je omgeving die De Enige Waarheid kent en je ervan probeert te overtuigen.

 

Als er nu 1 waarheid is die ik voor mezelf steeds heb aangehouden heb, is het wel dat we allemaal maar absoluut gelijk zijn in 1 iets: in het feit dat we allemaal uniek zijn. Ik ken niemand die in élk kledingsstuk past. Maar toch is er die groeiende nood tot totaaloplossingen. Het gaat van iedereen die hoogsensitief zou moeten zijn over 1 soort voedingsleer die al onze problemen zou oplossen, 1 manier van bevallen die een goed geaard kind kan opleveren, 1 opvoedingsmethode die voor iedereen moet slagen, 1 soort gezinsvorm, onderwijs, staatsstructuur, levensbeschouwelijkheid, …

Ik wil echt niet klinken als Kabouter Lui, maar… ik word daar zo moe van.

 

Een opinie, dat is een vonnis zonder proces.   Het gedachtengoed waar onze pers 2 decennia geleden zo trots naar evolueerde is het Fijn Stof van het sociale aspect van onze maatschappij geworden. Je krijgt er ademnood van, het kruipt in je poriën, het verziekt zonder dat je het ziet.

 

En ja. Ik heb net een kleine 800 woorden gewijd aan mijn mening over De Mening. Ik vertel mezelf dat dit een beschouwende tekst is die niemand viseert en net tot nadenken wil stemmen. Maar ik heb wel concrete situaties in mijn hoofd als ik dit schrijf en ik oordeel over die situaties en dat oordeel doet me fulmineren. Ik ben wat ik schrijf.

 

Ik hoop dat het daarbij ophoudt, dat ik mezelf voldoende kan herinneren aan neutraliteit en context, aan hoe dingen vaak niet zijn wat ze lijken en dat to assume écht wel hetzelfde is als ‘to make an “ass” out of “(you)u” and “me”’. Dat gewoon vragen wat iemand bedoelt nog altijd een mogelijkheid is die openligt, voor ik in de verkneukelende anonimiteit van de gesloten groepjes opgesmukt neerbuigend mijn nietsvermoedende medemens fileer.

 

Of hoe schimmel zich op zoveel manieren kan manifesteren, en ik deze specifieke vorm ervan toch liefst niet cultiveer…

Spectacular lightshows of which u don’t see the effect

18 mrt

Dus, we gingen vrijdag voor het eerst sinds heel lang naar het toneel. NTG had ‘spectacular lightshows of which u don’t see the effect’ op zijn programmatie staan, en wij stonden wel open voor een portie Cultuur.

 

Wat? Zei u : ‘Isolde, je kan nu toch niet zomaar doen alsof die 1.844 dagen stilte er niet waren?!’

Juist. U hebt gelijk. Maar aangezien de voorbije 5 jaar enkel tot hun recht zouden komen in een vierdelige roman, hou ik het bij de Readers Digest – versie.   Ik wil het vandaag nog over Light Effects hebben, weet u wel.

 

Dus ja, ik ontmoette de Man Van Mijn Leven. Meer nog, ik ontmoette hem hier.   Ik heb zo waanzinnig veel geluk gehad sinds die eerste woorden die we uitwisselden. Je kan het nog het best vergelijken met het kopen van een kraslotje en merken dat je gewonnen hebt. Niet de mega pot, maar wel genoeg om 2 nieuwe lotjes te kopen. En die 2 lotjes, daar heb je beide ook iets mee gewonnen, en de lotjes die je met de winst kocht, die blijken ook weer van het goede soort te zijn… Ik werd met de seconde rijker: eerst heerlijke teksten, dan daar een heerlijk lichaam bij, dan heerlijke ontdekkingsmomenten, heerlijke verhuis, heerlijke verloving, heerlijk huwelijk, heerlijke baby… Ik was zo gelukkig dat ik er bijna van moest huilen bij momenten. Ik kan u zeggen: het loont de moeite om te wachten op die ene persoon die maakt dat alle puzzelstukjes op hun plaats vallen!

Geluk écht meten echter, dat kan helaas maar tegen de graadmeter van het verdriet. Net toen ik dacht dat ieder nieuw kraslotje per definitie winst in zich zou dragen, viel er uit het niets een biljarttafel op de kop van ons gezinnetje. Het tweede kindje dat we verwachtten, dat had een zware afwijking waarmee ze de a term bevalling niet zou overleven. Ze moest voortijdig geboren worden.

 

Ik kan u zeggen, u wil het niet meemaken. Maar àls je het moet meemaken, dan wens ik u toe dat het is met een compagnon zoals de mijne. Eentje die, ondanks het feit dat hij even hard getroffen was door die biljarttafel, samen met jou humor vindt in onbenulligheden, je hand neemt als de supermarkt plots onoverkomelijk groot lijkt en meedenkt over hoe mooi Het Leven voor De Dood was en hoe we het leven erna ook weer mooi kunnen maken.

Zo eentje die de leegte opvulde met het zoeken naar een betekenisvol kunstwerk in onze living en ook dat toneelabonnement. Zodat we buiten zouden komen, zodat onze gedachten getriggerd zouden worden door wat we niet in de dagdagelijksheid vinden en zodat onze gesprekken andere thema’s zouden verkennen.

 

Dus, we gingen vrijdag voor het eerst sinds heel lang naar het toneel. NTG had ‘spectacular lightshows of which u don’t see the effect’ op zijn programmatie staan, en wij stonden wel open voor een portie Cultuur.

 

U mag het zich gerust voorstellen als opnieuw gaan schaatsen na 5 jaar op Aruba te hebben gewoond. Al voelt het vertrouwd, je staat toch wel wat te wiebelen en voelt je wat onwennig. Cultuur is een mindset die je niet verleert, maar waar wel wat roest komt op te zitten bij lang ongebruik.

 

We hadden er een avondje van gemaakt: ons Nageslachtje werd goed opgevangen door haar enthousiaste grootouders, zodat wij eerst gezellig samen een badje konden nemen, gevolgd door zeer grondig afdrogen, gevolgd door ons wat propertjes aankleden, gevolgd door een welgesmaakt dinertje in De Stokerij, gevolgd door een wandelingetje naar theater Minnemeers.

 

Ik was daar nog nooit geweest, in dat kleine theater. We waren te vroeg en zeiden tegen elkaar dat we zo blij waren dat we de stap terug hadden gezet naar cultuur. We wisten niet zoveel over het stuk dat gespeeld zou worden, er was uitgesproken gekozen om geen inleiding te voorzien. We wisten dit: het stuk werd aangekondigd als ‘Spectacular Lightshows allows us a glimpse into a room that is usually closed to us. A replica of a guest flat at the Münchner Kammerspiele is the setting, and it becomes an installation in which bodies are presented as extremely fragile and then encounter each other. A plea for vulnerability’.

En we wisten dat het gespeeld zou worden door 2 naakte mannen. If all else fails (dacht ik), dan heb ik toch maar nog eens 2 nieuwe piemels gezien.

De zaal zat niet zo afgeladen vol. We grapten nog dat het wel interessant zou zijn mocht iemand gewoon uit het publiek opstaan en zijn kleren uitdoen en naar het decor lopen. De realiteit zat er niet zover naast. Twee heren liepen (volledig gekleed) naar de set, en één ervan stamelde de mededeling dat er ook een pauze was. Niet echt een pauze, maar toch een beetje. Dat we tijdens die pauze mochten blijven zitten, maar dat we ook weg mochten gaan. En dat we na de pauze ook mochten terugkomen, maar ook dat we weg mochten blijven. Ik vond het wat grappig, en tegelijkertijd ook een beetje vreemd. Beginnen met de mededeling dat het ok is dat je in de pauze wegloopt… Het ademde niet veel vertrouwen in eigen kunnen uit.

 

Na de mededeling liepen ze naar het bed op de scène, trokken in stilte al hun kleren uit en begonnen aan ‘het stuk’.

 

Ik moet hier en nu nog even benadrukken dat het lang geleden was dat ik nog eens naar een toneelstuk was geweest. Ik ben ondertussen ook 40. Misschien ben ik te klassiek opgeleid en refereert mijn geest teveel naar Oscar Wilde als ik het woord ‘toneelstuk’ hoor. Ik verwacht woorden. Of bij gebreke daaraan symbolen die een bepaalde consistentie hebben. Bij dans beeldt het lichaam iets uit dat meer gaat over het meta-niveau dan over het concrete. That’s perfectly fine by me. Maar de autist in mij houdt er dan wel van dat het boeltje zich ofwel op het meta-niveau blijft situeren, ofwel in het concrete. Make a choice and stick with it. Maar opnieuw: ik eet mijn steak graag bien cuit, dus ik word ook op andere domeinen al eens voor barbaar versleten.

 

De heren begonnen (volledig naakt dus) aan een soort van armendans. Buik tegen buik knoopten en ontknoopten hun handen en armen zich steeds opnieuw. Mijn wederhelft en ik dachten het door te hebben: dit ging over de worsteling die sommige beginnende relaties typeert. Het was wel een lange worsteling. Twintig minuten kijken naar armen die zich steeds opnieuw in en uit elkaar haken, zelfs al snap je de symboliek (denk je – er was geen inleiding, weet u nog), het is een beetje lang. Maar gelukkig, er kwam schot in de zaak. Ze gingen op stap. Dat mag u vrij letterlijk nemen. Eén van de heren ging met zijn hielen op de tenen van de heer achter hem staan. Die achterste heer stak zijn armen onder de (ondertussen rijkelijk zwetende) oksels van de eerste. En zo stapten ze. In rondjes. Opnieuw voor zo’n minuut of 20 (of zo voelde het). I got it (denk ik – geen inleiding, remember), soms draai je in rondjes, je stapt met elkaar door de ontdekking die een relatie is, en dat gaat niet altijd vlotjes, je stapt al eens op elkaars tenen, je valt en verliest contact, je krabbelt overeind en gaat weer verder – de een neemt the lead, de ander volgt lijdzaam (want met zware voeten op zijn tenen)… Het is een symboliek die een week na datum nog steeds tot de gedachte spreekt.

 

Toen volgde het stuk dat ze beide met hun hoofd in de opening in de keuken kropen waar normaal een oven in zit. Enkel de derrières en benen bleven zichtbaar. Ik zoek nog naar symboliek. Een uitnodiging aan het publiek om het te steken waar ik peis dat ge ’t mag steken?! Hoofd en hart verborgen zodat enkel het geslacht overblijft om gepakt te worden?! Ik raakte het spoor een beetje bijster.

Gelukkig duurde dat stuk geen 20 minuten. Er werd overgegaan naar het volgende deel van het ‘stuk’. De enige tekst die ik heb horen spreken, werd geopperd: ‘you wanna make out?’. En dat wilde de ander blijkbaar. Opnieuw zo’n 20 minuten volgden, gevuld met tong. Veel tong. Er werd getongkust alsof beiden een diepgaande reiniging van de amandelen ambieerden. Ik heb niets tegen gekus, maar ik vraag me nog altijd af of de bedoeling was dat het kussen er zo on-erotisch uitzag?

Zie, het stoorde me, dat gekus. Niet om het gekus, maar omdat we van ‘de symboliek van het hoogste, bijna ondoorgrondelijke niveau’, ineenklaps in het mega concrete waren beland.

Ik las in een recensie iets over de bijzonder mooie mimiek die door 1 van de acteurs vertoond zou zijn. Ewel, ik vind het jammer dat ik dat gemist heb – waarom moeten mannen (zeker acteurs die slechts 4 woorden spreken en het dus helemaal van hun mimiek moeten hebben) baarden laten groeien? Je ziet van op een afstandje niets behalve de neus en de ogen. Ze konden alzowel een burka aangehad hebben. Enfin, het zou wat gek geweest zijn wetend dat er aangekondigd was dat het stuk naakt werd gespeeld, maar de gezichtsexpressie zou even duidelijk waarneembaar geweest zijn.

 

Toen was het pauze. Die geen pauze was. Want het licht ging aan maar de acteurs deden voort. Niet met kussen, nee, ze dronken wat water. Ik kan me voorstellen dat ze dorst hadden.

Wij gingen buiten. En ja, we behoorden tot het 1/3 van het publiek dat (blijkbaar) standaard na de pauze niet meer terugkeert. Ik ben daar niet trots op. Ik blijf normaal gezien tot het einde. Maar we beseften dat onze eerste schaatspartij na 5 jaar direct de Elfstedentocht was, en dat was misschien net iets te hoog gegrepen. Ik vertel mezelf dat de mededeling aan het begin van het stuk misschien gewoon uit empathie werd gedaan – om aan de deserteurs te laten weten dat ze zich er niet slecht over hoeven te voelen. Meer paarlen voor de blijvers…

 

We moesten na het stuk nog naar een drink en toen we daaruit weg gingen kruisten zowaar de 2 acteurs uit het stuk ons pad. Waren we niet gehaast om een ondertussen vermoeide grootmoeder af te lossen, we zouden hen aangesproken hebben. We zouden graag gehoord hebben wat het allemaal was dat we gemist hadden in het eerste deel. Wat we misten in het tweede deel, vonden we online: blijkbaar werd er nog een potje gemasturbeerd. Onder de lakens. En al heb ik helemaal niets tegen masturberen of ernaar kijken, ik vond het teleurstellend om dat te horen, want veel concreter dan dat kan het niet worden, zou ik denken.

 

Maar hé. We kwamen buiten, we spijsden onze gesprekken en we vragen ons nog steeds af ‘waarom’. Voor mij zou de titel dus mogen geweest zijn ‘onspectacular lightsows of which u do see the effect – albeit some time after’. Mission accomplished. Hello Life, we’re back!

Life is a work in progress – Life

1 mrt

U weet wel hoe dat gaat.  Een mens moet al eens werken om op het einde van de maand de centjes te ontvangen waar een mens al eens de mooie dingen in het leven mee kan betalen.  En soms moet een mens al eens véél werken, waardoor er van leven niet al te veel in huis komt.

U kan de stiltes die af en toe deze pagina’s ontsieren, gerust toeschrijven aan de mengeling van een beetje teveel werk en een beetje teveel leven.  Maar nu het werken voor vandaag gedaan is en morgen enkel leuks belooft, wil ik graag een beetje schrijven over dat leven, dat leven waarvan ik altijd liever heb dat het er een beetje teveel dan een beetje te weinig aan is.

Het is gek hoe het gaat, dat leven van mij.  Niet alleen ben ik er in geslaagd op mijn relatief jonge leeftijd al een heel rariteitenkabinet bijeen te daten (herinnert u zich Peter nog, bijvoorbeeld, en Gino?), ik raakte onder het manvolk berucht (zowel in België als in het buitenland) én ik ontdekte dat de wereld erg klein is.

Soms wil je namelijk dat de wereld gewoon groot is.  Dat je tijdens het uitgaan enkel NIEUWE mensen ontmoet.  Maar omdat je vriendenkring doorgaans geen 20 nieuwe potentiële partners per week produceert, je via je werk ook al niet dagelijks een nieuw aantrekkelijk gezicht voorgeschoteld krijgt en in je stamcafé ook altijd hetzelfde publiek over de barkruk schuift, moet een mens al eens op zoek naar een ander middel om de wereld te verruimen.  En neen, daar bedoel ik niet de middelen mee die in rookbare, drinkbare, slikbare of snuifbare vorm bij de betere pooier te verkrijgen zijn.

Ik deelde eerder al mijn gevoelens over het wijde web en de wereld waar het toegang toe verschaft.  Het zal u dan ook niet gigantisch verbazen dat ik het ook al wel eens op de meer tastbare manier probeerde, dat daten.  Met de onvolprezen speeddate, jawel.

U kent het idee, zo zou ik denken: 7 mannen, 7 vrouwen, 7 tafeltjes, 1 bel.  De heren moeten het vermoeiende doorschuifwerk op zich nemen terwijl de dames glimlachend aan hun (meestal) wit wijntje nippen.  Maar voor je aan het betere voorstelwerk kan beginnen, is er De Entree.  Ah ja, want je verschijnt natuurlijk niet uit het niets aan dat tafeltje.  Met gierende zenuwen in de (oh god – hopelijk platte!) buik, stap je het restaurant binnen.  Plots galmt de reclameslogan van Head’n Shoulders (“you never get a second chance to make a First impression”) irritant hard door je hoofd en word je je bewust van je eigen uiterlijke verschijning en de gigantische invloed van dat laatste pak chips erop.  En van de 26 ogen erop gericht.  Je (als u mij bent) bent immers doorgaans de laatste op dat soort gelegenheden.  Je durft zelf niet echt te kijken, angstig onmiddellijk al te beseffen dat het een verspilde avond zou gaan worden.  De vrouwen nemen je in stilte op de korrel (als u zoals mij vrouw bent) en de mannen…  De mannen staan gewoon in stilte stoer te doen.  Het moment dat je je bij de andere geslachtgenoten vervoegt, voel je de gedachte door je hoofd razen (“waarom, WAAROM TOCH, deed ik hier ook alweer aan mee?”) die iedereen op dat moment in vertwijfeling, edoch verholen onder breedschouderig tooggehang of opgewekt vrouwelijk gekwetter, in zijn ban houdt.

Maar gelukkig is er dan de gong.  De Gong.  Waarom een Oost Aziatische idiofoon het wapen van keuze is, geen mens die het weet.  Je kan alleen hopen dat het geen verwijzing is naar de manier waarop De Beurs wordt geopend, denk ik dan.  Die gong laat op niet navolgbare wijze weten dat wat je nu nog niet wist over je tijdelijke tafelgenoot, mogelijks voor altijd een mysterie zal blijven.

De eerste keer dat ik een Speeddate bezocht (ik beken, ik kan me op een zekere ervaring terzake beroepen) had ik de kardinale fout gemaakt om geen gebruik te maken van het voorgedrukte blaadje papier en de met reclame voor de organisatie versierde balpen.  Zo tijdens een speeddate, leek het me een vreemd moment om een briefje naar iemand te beginnen schrijven.

Maar eens het moment van Het Kiezen was aangebroken, werd ik geconfronteerd met het grootste probleem der speeddates: “it’s all in a name”.  Het zal u verbazen hoeveel koppels hun zonen tijdens de jaren ’70 “Bart” doopten.  En als je (als u bent zoals ik tenminste) daarenboven nog een beetje problemen hebt met het uit elkaar houden van “Gunther”s en “Jurgen”s en “Steven”s en “Peter”s, wordt Het Kiezen plots een stuk ingewikkelder.  Dat blaadje en die balpen blijken daar dus voor een reden te liggen…  U kan het maar geweten hebben.

Maar na de gestileerde paringsdans der woorden die man na man langs het tafeltje van vrouw na vrouw (ver)leidt, komt het beste deel.  Dan mag je nog wat nakaarten, zo met zijn allen, aan de bar.  Heerlijk is dat, zeker als één van de voorgestelde dates een zekere interesse los kon weken.  Want dan mag je nu van nabij ervaren dat die weekheid zich niet alleen bij JOU bevond.  Heerlijk, die subtiele machtsstrijden om die ene begeerde…

Ik heb dus geleerd om bij het speeddaten steeds het papiertje te gebruiken én om onmiddellijk na de paringsdans naar huis te gaan.  Want dan mag je inloggen op de website en vakjes aankruisen.  Als aan de andere kant van de glasvezelkabel de aangekruiste hetzelfde met jou doet, dan krijg je een mailtje met de gegevens van gezegd gekruisigde.  Je krijgt eveneens een mailtje met hoeveel mensen jou verkozen, en alsof deze beoordeling niet voldoende is, kan je haarfijn uitrekenen hoeveel van de door jou waardig bevondenen die mening niet beantwoordden.

In voorkomend geval kan zulks echter ook wel eens goed voor het zelfvertrouwen zijn, zoals die eerste keer waar maar liefst alle 7 van de aanwezige heren mij nog wat langer wilden leren kennen.  Ikzelf had slechts 1 kruisje gezet.  Dat kruisje eindigde een dag later in de Regel die ik daarna nooit meer gebroken heb, kwestie dat u het een beetje kan kaderen.

Maar die 6 andere heren, die waren dus wel degelijk geïnteresseerd, en eentje ervan, zo wist ik tegen het ontvangen van het rapport al, was wel degelijk zwaar teleurgesteld.  Vraag me zijn naam niet, ik kan het je onmogelijk nog vertellen (dat probleem met die namen, weet u wel) maar ik wil hem wel Bart noemen.  En ‘Bart’ was best een lieve jongen, interessant zelfs, creatief en zacht.  Hij had echter geweldig onverzorgde handen.  U stelt zich misschien rouwranden en ongeknipte nagels voor, maar het betasten van mijn papiertje liet een volledige vingerafdrukset na en al zijn nagels behalve die van rechterpink en ditto duim waren gescheurd.  De nagel van de duim (even vies als de andere) was tot op het vel afgebeten en de pink was de thuisbasis van een ogenschijnlijk zware infectie die een geurtje afgaf (ja-haa!).  Hij mocht nog zo sympathiek zijn, maar de aanblik op zijn handen maakte een kruis door het kruisje.  Echter, tijdens de ‘nabespreking’ die ik toen nog onderging, werd het al heel snel duidelijk dat ‘Bart’ niet alleen holderdebolder op mij was, maar daarenboven ook overtuigd was van het feit dat ik die gemoedsgesteldheid zou delen.

Toen de volgende dag de ‘Match’ met de Regelbreker een feit bleek te zijn, stond ik slechts kort even stil bij de andere kandidaten.  Mijn aandacht was horizontaal besproken en de gevoelens van de verticalen waren op dat moment iets minder prangend.

We zeggen en spreken de vooravond van een dag in de herfst.  We zeggen en spreken de vooravond van die herfst wiens winter iets met mijn afvoerbuizen zou doen.  We zeggen en spreken de vooravond van de herfst wiens afvoerbuizen tot De Verbouwingen zouden leiden.  De verbouwingen die een jaar later mijn leven even van veel te veel vers manvolk zou voorzien.  We zeggen en spreken de vooravond van de dag waarop ik naar Telenet overschakelde (met mijn welgemeende excuses voor het expliciete taalgebruik en/of de sluikreclame).  We zeggen en spreken de vooravond van de ochtend waarop ik mijn voordeur opentrok en daar ‘Bart’ zag staan.

Het was het moment waarop ik wou dat de wereld groter was.  Ik dacht dat ik met speeddaten niet fout kon gaan om onbekenden te ontmoeten.  Ik dacht dat ik met speed-internet niet fout kon doen om de wereld groter te maken.  Nooit gedacht dat degene die voor dat laatste kwam opdraven, net de avond ervoor tijdens het eerste was afgedropen.

Het was een raar moment.  Hij met zijn geraadschapskoffer en gebroken hart in zijn handen, ik met de huissleutel die hem de hele dag van toegang tot mijn inner sanctum zou voorzien zonder dat ik er zelf bij was.

Ik had geen tijd om iets liefs te zeggen of wat uitleg te geven.  Ik was al te laat voor een dag vol veel te veel werk.

Het leggen van de kabel bleek ook veel te veel werk.  Een ‘work in progress’, toch gedurende een dikke week.  Een week waarin ik ietwat teveel leefde en de 2 speeddatebroeders elkaar net niet tegen het lijf liepen.

De week dus, waarin ik ontdekte dat de wereld écht wel erg klein is.

De Regels

16 feb

Toen ik een jaar of 10 was, kleurde ik erg graag.  Het liefst van al had ik van die duidelijk afgelijnde tekeningen op niet-glad papier zodat mijn stiften niet zouden piepen.

Het was de voorzet van hoe ik mijn leven zou leiden: ik hou van het netjes inkleuren, zonder dat de handeling daartoe me irriteert. En ik heb het wel een beetje voor regeltjes.  Je zou me zelfs wel principieel kunnen noemen.

Zo sta ik NIET op gehandicaptenplaatsen en sluit ik niemand uit, zelfs de mensen niet die ik oprecht NIET leuk vind…  En zo heb ik voor deze blog zo ook mijn regeltjes.  Ik liet het al uitschijnen, maar u mag het gerust meer uitgesproken weten : alles wat op deze blog staat is écht gebeurd en maakte ik zélf mee.  Helaas.  Maar al zijn het stuk voor stuk mijn eigen verhalen, één van mijn regeltjes draait wel rond de herkenbaarheid.

Ik schrijf mijn tekstjes omdat ik MIJN verhaal wil delen, niet omdat ik stiekem met deze of gene wil afrekenen.  Ik zou het niet mogen dromen dat u bij het lezen van één van mijn verhaaltjes denkt “oh nee, ze heeft het over mijn broer” of erger nog “oh nee, dat is mijn LIEF”.  Ik ben er me immers terdege van bewust dat ik ook aanwezig was in de beschreven situatie en dat in combinatie met een andere dame, de opgevoerde heer mogelijks echt wel een meer welopgevoede man kan zijn.

Dus sleutel ik bij het vertellen wat aan de namen, regel de details wat bij en durf een situatie wel eens opsplitsen of samenvoegen.  Niet om u te beliegen, enkel uit respect voor de betrokken spelers.

Maar de essentie, de flagrante uitspraken, de bizarre samenlopen van omstandigheden… Ik vind ze (nogmaals helaas) niet uit.

Ook wat volgt is uit mijn leven gegrepen.

U kent ongetwijfeld The Rules Of Dating?!  Als u vrouwelijk bent en vragend fronste, rep u dan naar Amazon of de Fnac en schaf het u aan om ofwel opgelucht adem te halen ofwel in een hartelijke lachbui te belanden.  Als u man bent en meewarig fronste : blijven fronsen en vergeten dat ik iets zei.

Maar één van die rules betreft dus De Seks en De Date.  Ja, er bestaan daar regeltjes over, en ja, die volg ik dus.  Regel nummer 1: no seks on the first date.  Ik kan het u vertellen: slechts éénmaal brak ik deze regel en ik beklaag het me nog steeds want te vroeg kennis maken met de man zijn eikel staat voor mij sindsdien gelijk aan kennis maken met de man als eikel.  Met mijn welgemeende excuses voor het expliciete taalgebruik.

Maar terug naar de regels dus.  Een mens is verondersteld de eerste date met gekruiste benen door te brengen.  Aangezien ik één van die vrouwen ben aan wie het voorvermelde boekje na de eerste regel de slappe lach ontlokte, weet ik niet op welke date je precies naar de slaapkamer mag trekken en of je daar dan onmiddellijk op elke mogelijke manier aan diezelfde trekken mag komen.

Ik weet ook niet of er in De Regels iets staat over seks tijdens de regels.

Je kan er voor zijn, je kan er tegen zijn, het kan je koud laten, maar zolang het nageslacht en de menopauze uitblijven, is het een natuurlijk en regelmatig onderdeel van de menselijke seksuele routine.

Ik kan me iets voorstellen bij de drempelvrees die een man moet voelen bij het benaderen van een menstruerende vrouw: haar hormonen kunnen haar licht tot zwaar onvoorspelbaar maken alsook haar en haar borsten overgevoelig.  Als vrouw weet ik dat het een dubbeltje op zijn kant is: enerzijds is er dat dipmoment in het vrouw-zijn wanneer je je mooiste lingerie in de kast laat en in de weer moet gaan met zwaar geschut (om de vader van een vriendin van me te citeren: onderzeeërs en vliegdekschepen).

Anderzijds is er de nood om een warme hand op je (onder)buik te voelen, omarmd te worden, mooi gevonden te worden en soms ook om stevig genomen te worden.

Maar dat brengt ons tot de praktische kant van de zaak.  Ik vrees dat ik er (niet geheel ontoepasselijk) Roodkapje bij moet halen.  Is het de man die grootmoeders raad (“trek maar aan het touwtje en de deur gaat open”) opvolgt, of maakt de vrouw in de badkamer discreet de weg tot vrijen vrij?!

En dan is er nog de actie zelf.

Hoe groot ook de nood, hoe heerlijk ook het gevoel, hoe extatisch ook de bevrediging, nog groter kan de nagelaten indruk zijn nadien.  Het kan niet direct sexy genoemd worden, de sporen van het bloedbad op man, laken en aanverwanten na de daad.

Een beetje een voorzienige huisvrouw houdt kleenex en handdoeken, tampons en vanish in de aanslag.

Een beetje een voorzienige huisvrouw houdt die tampons zelfs in de aanslag als er géén bloedbad te verwachten is.

Want het is het ideale moment om deze kleine Isoldse volkswijsheid met de vrouwelijken onder u te delen: geen zin om na het vluggertje op het aanrecht een kwartier later onaangenaam verrast te worden met zijn ontsnappend kwakje, wetend dat u een minirokje aanhebt, de zelfophoudende kousen u niet zullen helpen en u in elke hand een plateau hebt om het net gearriveerde bezoek te bedienen?!  In dat geval: een tijdig opgeladen Tampax of OB kunnen uw leven veranderen!

U zult gemerkt hebben dat het mijn bedoeling was om subtiel van onderwerp te veranderen.  Er is immers niet zoveel méér over de regels van seks tijdens de regels te vertellen dan dat het op voorhand vaak een beter idee lijkt dan nadien.  Behalve dan misschien dat het ‘tijdens’ ab-so-luut de moeite van het ‘achteraf’ waard is, als u zich tot het ‘beginnen’ eraan bewogen voelde.

Ik weet het.  Een overmatig gebruik van regels kan een mens al eens het bloed onder de nagels vandaan peuteren.  Het kan de bedoeling niet zijn dat u er kregelig van wordt.  Tijd voor mij dus om dit onderwerp af te sluiten en u veel kleur in uw leven toe te wensen.  En een mooie tekening op niet-glad papier waarop het heerlijk is regelmatig eens buiten de lijntjes te kleuren.

Flair

13 feb

Voor de eerste job die ik ooit had, moest ik op een bepaald moment naar een galabedoening in Rotterdam.  Op het programma stond een galadiner, door te spoelen met een revue en af te sluiten door een streepje dans en een wolkje muziek.

Het was een gedoe zonder partners, wat mij -consequent copilootloos- niet slecht uitkwam en wat duidelijk door een aantal van de aanwezigen ook niet direct op geweeklaag werd onthaald.

Mijn werk had me in een chique hotel in het stadscentrum ondergebracht.  Net dicht genoeg bij de feestlocatie om me toe te laten op hooggehakte en fijngeriemde sandalen en op een rustig tempo de vooravond in te schrijden.

Ik had een prachtig kleed aan  En ja, dat zeg ik zelf.  Ik benoem het nog altijd als mijn ‘prinsessenkleed’. Het was lichtblauw, met een mooie vierkante halslijn die het resultaat van mijn prachtige onderliggende Aubade-balconet een etalage gaf, onder de borst getailleerd en tot op de grond vallend, achteraan zelfs iets langer dan vooraan. Het was een zwoele juni-avond en een omslagdoek was voldoende het avondbriesje aangenaam te houden.

Een glas champagne maakte de speech van de hartstikke langdradige CEO aangenamer, maar het alleraangenaamst was het uitzicht op de binnentuin en de mannen in smoking.  Ik pleeg die wel mooi te vinden, zeker als een subtiel bevestigde manchetknoop met stille stijl verschijnt wanneer een zorgvuldig gemanicuurde hand door het goed gestylde haar strijkt.

En ik had geluk, want de tafel waar ik mijn naamkaartje terugvond, bleek 6 smokings plaats te bieden en slechts 2 avondjurken.

Ik werd geflankeerd door Ruud en Tijmen, stevige dertigers (Ruud qua leeftijd en Tijmen qua omvang).  Tijmen had een vrouw en 2 kinderen en veel grappige verhalen, Ruud was pezig, single en intens, zeker zijn blik.

Ik had geweldig veel lol met beiden, en zeker met het contrast ertussen. Wat, letterlijk gezien, mezelf was 🙂 maar ik amuseer me dan doorgaans ook wel goed met mezelf.

Toen het diner (overvloedig begoten en smakelijk ruim bemeten) gepasseerd was, escorteerden de heren me met veel Hollandse flair richting theaterzaal voor de revue. Tijmen zat rechts van me, Ruud links.  Op het moment dat de lichten werden gedimd en het geroezemoes verstomde, boog Ruud zich naar Tijmen toe en zei “wanneer vertellen we haar wat we hebben besloten?!”. ‘Ze’ moest lachen, want de vraag werd zo’n 3 centimeter voor haar lippen gesteld.  Tijmen antwoordde: “ja, dat kunnen we toch enkel als we definitief besloten hebben wie welke kant pakt?” waarop Ruud (bloed(-)serieuzer dan nuchter) antwoordde: ‘jij mag haar kont, dan neem ik de rest wel’.

Ik was me ervan bewust dat onze Nederlandse medemensen een stuk directer communiceren dan ikzelf gewend ben, maar ik vroeg me met licht gefronste wenkbrauwen af of dit nu toch niet zwaar erover was toen Tijmen met een brede glimlach verkondigde: ‘je had je gezicht moeten zien’. Ik liet me niet kennen (“stoer  was de voertaal van de avond), lachte (lichtjes opgelucht) en pareerde “tja, wat een voorstel ook: ik had eerder een andere rolverdeling in gedachten – jij doet Ruud en ik kijk”.  Tijmen schaterlachte, Ruud zei niets en de voorstelling begon.

Na de Revue was het tijd voor muziek en daar zorgde een geweldig goede coverband met de naam Harry’s Herrie voor.  Ik ben nogal makkelijk richting dansvloer verleidbaar en het duurde niet lang of mijn sandaaltjes en het parket gaven het beste van zichzelf aan elkaar.  En Tijmen en Ruud probeerden dat ook.  Ruud was overgeschakeld op Bacardi Cola wat (wetend dat de wijsheid hem al tijdens het eten had verlaten) hem een stuk uitgesprokener maakte.  En waar Tijmen en ik het onderwerp van de rolverdelingen al lang achter ons hadden gelaten, had Ruud dat gelijk niet helemaal begrepen. Toen we de theaterzaal waren uitgewandeld, had hij zijn hand op mijn derrière gelegd en had in mijn oor gefluisterd: “straks pak ik jou hard” waarop ik me had omgedraaid en hem ernstig, beslist en kordaat had gemeld dat als er die avond iemand gepakt zou worden, ik het zeker ik niet zou zijn en dat ik die opmerkingen nu stilaan welletjes vond.  Tijmen, die dat ook had gehoord, zei goedmoedig “nee heb je, ja kan je krijgen” en stortte zich vervolgens op het dansen.

Maar Ruud dus niet.  Met een steeds wrokkiger wordende houding liet hij flesje na flesje cola staan en begon me te vragen waarom ik hem niet wou. Dacht ik misschien dat ik te goed voor hem was? Wie dacht ik wel dat ik was?! De opmerkingen werden grimmiger en de ervaring ook toen hij plots in het vrouwentoilet opdook en tegen alle deuren begon te roepen dat ik een slet was.  En hij stopte niet bij dat woord. Het is iets om te onthouden: het niet deelnemen aan een trio is tegenwoordig de definitie van ‘del’.

Harry maakte ondertussen geen herrie meer en de zaal begon leeg te lopen. Tijmen was met één van zijn (vrouwelijke) collega’s verdwenen maar Ruud hing aan de ingang rond.  Hij had me verteld dat hij met me mee zou gaan, dat dat zijn ‘recht’ was (hoewel hij op dat punt niet meer recht kon staan, laat staan lopen).

Het was het punt waarop ik bang van hem begon te worden en aan een aantal van de aanwezigen vroeg me tot mijn hotel te vergezellen.  Ruud strompelde ons achterna achter, niet langer schunnigheden roepend maar nu onverstaanbaar tegen zichzelf fulminerend.

Ik deed die nacht de deur op dubbel slot en wrikte een stoel onder de klink.

Toen ik de volgende ochtend frisgewassen en zomers gehuld de lobby uit liep, zat daar nog steeds op een bankje voor het hotel, vergezeld van wat plasjes kots (en er net een nieuwe aan het produceren) Ruud.  Hij zag me niet en dat heb ik zo gehouden.

Hij voelde zich duidelijk rot, zo met het hek van de kotsdam. Ik kon geen medelijden opbrengen en was blij hem en zijn bedside manner achter me te kunnen laten.

 

Een paar weken later was er opnieuw een gala-evenement waarop ik mijn werk moest vertegenwoordigen.  Ditmaal in Brugge, in kasteel Tudor.  Ik droeg opnieuw mijn prinsessenkleed en vond mezelf opnieuw aan een tafel met 6 smokings en een ander avondkleed.  De sfeer zat er goed in en de heren die me die avond flankeerden (Bart en Tom) waren stevige dertigers (Bart qua leeftijd en Tom qua omvang).  Tom had een vrouw en 2 kinderen en veel grappige verhalen, Bart was pezig, single en intens, zeker zijn blik.

Toen na het tafelen een ludiek intermezzo volgde, escorteerden de heren me vrij Vlaams (en dus zonder flair) richting de Grote Hall voor een ludiek intermezzo. Tom stond rechts van me, Bart links.  Op het moment dat de lichten werden gedimd en het geroezemoes verstomde, boog Bart zich naar Tom toe en zei “wanneer vertellen we haar wat we hebben besloten?!”. ‘Ze’ kreeg een déjà vu gevoel en kon niet echt lachen, want de vraag werd zo’n 3 centimeter voor haar lippen gesteld.  Tom antwoordde: “er is geen beter moment dan ‘nu’” waarop Bart (bloed(-)serieuzer dan nuchter) me meedeelde: “Tom zal maken dat je nooit dorst krijgt als ik maar met je mag dansen’.

 

Toen ik die avond overwoog om naar huis te gaan belde Tom net naar zijn vrouw en complimenteerde Bart hoffelijk mijn danspasjes.

Ik wandelde die avond naar mijn auto, denkend aan Tom en Tijmen, Ruud en Bart.  En aan hoe flagrante flair niet steeds een stralende persoonlijke interactie tot gevolg heeft.

 

Schaamrood

6 feb

Hij zag er op mijn scherm erg leuk uit.  De foto toonde een guitig gezicht, de zelfbeschrijving een en al humoristische zelfrelativering.  Hij hield van schrijven.  Ik van lezen.  Dus schreef ik.

Hij antwoordde.  Het was zomer en mijn dagen waren genadig gevuld met de ultieme zonnige tijdbesteding : vrienden en BBQ.  Zijn vraag tot een date kon dus niet onmiddellijk ingewilligd worden.  Maar dat deerde niet, want ik hield van schrijven en hij van lezen.  Dus lazen we.

Maar op een zonnige zondag was het dan toch zover.  We zouden elkaar ontmoeten in Oostende in Bistro Mathilde.  Het uitverkoren uur was 18h en na de zomerse zoektocht naar parkeerplaats kwamen mijn zomerjurkje en ik tegelijk om 18.10 op de plaats van de bestemming.  In de Bistro zat maar één heerschap alleen aan tafeltje, de veel te kleine fuchsia wollen pull in schril contrast tot de 27 graden en het rood van zijn gezicht.  Hij bleek de illustere Jeroen niet te zijn, want op het moment dat ik op hem toe wou stappen vertelde mijn gsm me dat Jeroen wat achterstand had opgelopen en op weg was.

Mijn zomerjurkje had bloempjes en die wilden in de zon staan, dus volgde ik gedwee en installeerde me in het nabij gelegen park, met het zicht op het etablissement.  De tijd verstreek en de zon streelde mijn gezicht en armen en het bloemenuurwerk stelde zich op 19h toen Jeroen me plots in de schaduw zette.

Hij was guitiger dan op de foto, en ik besloot hem zijn laattijdigheid te vergeven.  Jeroen had per mail aangekondigd niet van voorspelbaarheid te houden.  En naast het uur toonde hij die voorkeur ook in onze eetplaats door aan de vooropgestelde Bistro voorbij te lopen en aan te kondigen dat zijn beste vriend Josse werkte in een eethuisje aan de zeedijk en dat hij daar liever naartoe wou.

Zo gezegd, zo gedaan.  Josse was een toffe kerel!  Ware het niet dat hij op zoek was naar een man en niet naar een vrouw, ik zou hem aan al mijn vriendinnen koppelen!

De avond verliep aangenaam.  Het waren leuke gespreksonderwerpen en er kon al eens gelachen worden.  Het werd gewoon een tikkie genant toen Josse me op de man (nu ja, vrouw) af kwam vragen of ik Jeroen wel zag zitten en ons kwam vertellen hoe leuk we er samen uitzagen.  Toen Jeroen Josse na de vierde directe opmerking wees op het eerder contraproductieve van die uitspraken, vertelde Josse ons dat het schaamrood hem op de lippen stond en dat hij zich van verder commentaar zou onthouden.  Samen met de dame die me recentelijk vertelde dat ze haar periodieke onthouding zou wijzigen dé lapsus linguae van het decennium.

Ik lachte alles een beetje weg omdat ik nog niet genoeg wist van Jeroen en me op geen enkel antwoord wou vastpinnen.  En toen we die avond afscheid namen aan de wagen  werd er niet gekust en dat vond ik best.

Maar er kwam wel een mail.  Ik had er nog nooit zo eentje gehad na een date.  Het was de evaluatie van de avond vanuit zijn standpunt.  En Lucky me – ik was geslaagd.  Hij wou me graag nog eens terugzien.  Maar tot dat kon wou hij me graag zoet houden met een aantal teksten van zijn hand en vroeg of ik niets voor hem had om te lezen.  Dus stuurde ik hem het u ondertussen ook bekende Playboy Man(sion) op.

Niet zoveel later nodigde hij me uit voor een Musical.  Een streepje cultuur leek me wel leuk en dat streepje met hem zetten ook niet geheel onaangenaam, dus we spraken af voor het theater.  Helaas voor ons bleek de hoofdrolspeler met een keelontsteking thuis te zitten dus zat er niets anders op dan de avond anders in te vullen.  Op café.

Jeroen vond het erg belangrijk dat we die avond over seks zouden praten.  U zal het al begrepen hebben – ik heb in se niets tegen het bedrijven van of het praten over seks, maar ik hanteer doorgaans de stelregel dat ik preferabel maar uitgebreid over alle aspecten van het bedrijven van de liefde praat met een man die ik liefheb en/of die me reeds bedreef.  Luisteren, daarentegen, dat kan geen kwaad.  Maar het gesprek nam een onverwachte wending toen Jeroen me op de man (nu ja, vrouw) af vroeg of ik ooit al betaald had voor seks.  Dat er andere manieren waren om als single in de vleselijke noden te voorzien, kwam niet zo direct bij hem op.  Hij, zo meldde hij, ging vaak naar de hoeren.

Het is in mijn ervaring niet iets waar veel mannen op een tweede date mee over de brug komen.  Ik wist niet goed wat ik ervan moest maken – ergens waardeerde ik zijn eerlijkheid wel, want er zouden niet zoveel dames van plezier zijn, moesten er niet minstens evenveel waarderende klanten rondlopen.  Eentje vinden die er dan ook gewoon voor uitkomt, was op zijn minst origineel te noemen.  Langs de andere kant merkt ik dat het brave meisje in me toch een tikkie geshockeerd was dat te horen.  Maar niet genoeg om niet verder te luisteren…

Er passeerden nog een heleboel onderwerpen de revue, gaande van de band met zijn ouders over de band met zijn vrienden tot de band met zijn exen.  De avond eindigde (voor mij) op een straathoek, met de afspraak dat we elkaar nog zouden bellen.

Er kwam echter geen telefoontje, en ik was daar niet rouwig om – zijn nogal economische houding ten opzichte van seks maakte dat ik zelf niet geneigd was om contact te zoeken.  En zo hij dat ook niet deed was dat voor mij maar best.

Maar het toeval wou dat het verhaal nog niet gedaan was.  Het toeval wou dat een paar dagen later, aan een toog in een bruin café, Jeroen mij tegenhield toen ik terug kwam van een toiletbezoek.  Hij stond er met een vriend, ik was op weg naar huis.  Wou ik niet nog eentje drinken?  Thuis wachtte niemand op me, en ik had wel wat plaats voor nog een watertje, dus ik stelde me bij.

Jeroen liet niet zoveel tijd passeren voor hij met me deelde wat hij duidelijk kwijt wou.  Hij moest me op de man (nu ja, de vrouw) af melden dat wat ik in mijn Playboy tekstje geschreven had over glijmiddel, kant noch wal raakte.  Zijn beste vriend (degene die op zoek was naar een man) had hem gezegd dat iedere man glijmiddel in huis moest hebben.  Dus, zo weet ik nu, ik was volledig fout door te stellen dat het een twijfelachtig voorteken was dat een man meende dat nodig te moeten hebben.

En meer nog, niet alleen wist hij wel dat ik fout was, zelfs zijn eigen moeder had er niets abnormaals aan gevonden.  Want de dag dat hij het glijmiddel gaan kopen was, had hij het op de dressoir in de living laten staan en toen zijn moeder de volgende dag langskwam had ze hem niets gezegd over het glijmiddel maar was ze gewoon beginnen zagen over het lijntje coke dat ernaast lag.  Dus zo erg kon glijmiddel niet zijn, toch?!

Ik dacht er het mijne van maar zweeg, want ik voelde dat er nog meer kwam.  En ja hoor.  Jeroen, in het vuur van zijn betoog, begon aan zijn beklag over de vrouwen die geen glijmiddel nodig hebben.  Irritante wijven, zo noemde hij ze, de vrouwen die zeggen wat ze leuk vinden, of tout court één of ander (appreciërend of niet) geluid maken in bed.  Erger nog, diegenen die laten blijken dat ze al wat ervaring bezitten.

De ideale seks (dixit Jeroen) was die waarbij een man, als ware hij een ijsbreker, frisse witte sneeuw doorklieft.

Zijn liefde voor het snuiven van Snow kreeg plots een extra betekenis.

U mag het er uiteraard mee eens zijn, maar zijn beschrijving van de ideale beurt leunt in mijn verbeelding gevaarlijk dicht bij verkrachting aan.

Het zal u niet verbazen dat ik daarna niet geneigd was lang te blijven hangen.  Maar toch slaagde hij er voor mijn exit nog in om te vermelden aan welke eisen schaamlippen moesten voldoen en dat de vrouwelijke besnijdenis zo zijn voordelen had.  Alles wat spant en scheurt zit beter.  Ik meen dat dat zijn woorden waren.  Over schaamrood en lippen had Jeroen veel meer dan Josse iets moeten weten.

Ik zei het hem op de man af : deze vrouw houdt teveel van warmte om zich met ijsbrekers in te laten.  En ik dacht erbij dat ik vond dat hoeren een risicopremie moesten krijgen.

Te Kort Schieten

22 jan

Het moest er eens van komen.  Het moest ervan komen dat ik u iets zou vertellen over mannen en hun maten.

In mijn ervaring hebben ze er 2 die écht van belang zijn en een aantal die zij wel in de verf zetten maar waar je als ‘vriendin van’ niets mee bent.

Eentje koesteren ze wellicht al sinds hun jeugd, en ontdekten ze op school of in de buurt.  De tweede leerden ze pas later, tegen het einde van het middelbaar, of zelfs pas tijdens het hoger onderwijs of de eerste job kennen.

 

Mannen staan anders ten opzichte van hun maten dan vrouwen ten opzichte van hun vriendinnen.  Om maar één verschil te noemen, wij vrouwen praten wel degelijk over details.  Soms zelfs het detail ‘de maten’.

 

Dat andere soort maten, want daar gaat het natuurlijk ook een beetje over.  Eens je als vrouw al wat vlees in de kuip had (pun intended) dan weet je snel genoeg dat wat voor jezelf geldt, ook waar is voor de mannelijke helft van de bevolking : geen mannelichaam is hetzelfde.

En wat evenzeer waar is : er is er geen één dat helemaal perfect, of helemaal imperfect is.  Het goeie is dat iedereen zo zijn eigen voorkeuren heeft, en dat er zo altijd wel iemand is die dit of dat lichaamsdeel geweldig mooi vindt nadat de voorganger het misschien maar niets vond.

Ik moet u vertellen dat ik het moeilijk heb met maten vergelijken. Vraagt u me voorbeeld of die of die vriendin grotere of kleiner borsten dan mij heeft of (vol)slanker dan mij is, dan zal ik dat maar met zekerheid kunnen beantwoorden als er minimum een verschil van 30% met mij is.  En zelfs dan zal ik er wat naast zitten. Ik zou dus voor geen contract bij een uitgeverij kunnen inschatten of de man in mijn handen groter of kleiner dan zijn voorganger groeit. Tenzij er een verschil van 30% is uiteraard, maar dat maakte ik -gelukkig- nog niet al te veel mee.
Wat ik wél opmerk zijn andere maten, al zou iemand anders ze details kunnen noemen.  Als midden op een geschoren wang plots een plukje van 4mm staat bijvoorbeeld.  Dat zie ik.  Of lange vingernagels (steeds vergezeld van de gedachte dat je die als vrouw al zo graag niet scherp hebt) zeker als de randjes eronder rouwen om wat ze allemaal al bezochten.  Ik zie de grootte van het gat in de kous en ook (maar dat zal te maken hebben met mijn bijzondere voorkeur in die richting) of zijn armen mannelijk en stevig zijn.

En ik kan me verwonderen (en soms verkneukelen) over het verschil tussen de jongeheer die rustig bengelt en degene die me ’s ochtends begroet.  En als die eerste echt in geen velden of wegen de schoenen van de tweede kan vullen, dan vraag ik me wel eens af wat de maten daar dan van denken.

Want mannen gaan graag samen onder de douche.  De voetbal, de sportzaal, de sauna, … Elke reden is goed om samen naakt en nat te worden.  Is dat omdat ze hopen dat er een verloren gelopen meisje bij zal komen staan, of is het gewoon een ego boost om rond te kijken en te denken ‘damn, I’m BIG’ ?!

Voor de mannen die het daarbij houden één kleine dienstmededeling : vergelijken op die basis is niet geheel accuraat.

Maar volgens mijn info houden maten het daar NIET altijd bij. Meermaals hoorde ik het relaas van een gezamenlijke pornomarathon, zo met ‘the boys’, inclusief een wedstrijdje waarbij afgelegde afstanden worden gemeten, al dan niet ten opzichte van vooraf bepaalde doelen.  Het begrip ‘schietstoel’ krijgt hierbij plots een geheel nieuwe betekenis als je het mij vraagt.

Ik zie het zo niet direct gebeuren met mijn vriendinnen, maar als u daar liever een fantasietje over hield, negeer dan gerust het vorige zinnetje.

Maar ik zou schromelijk te kort schieten mocht ik in dit exposé geen stelling innemen over maten.

Dus hier volgt ze, ongezouten opdat de bloeddruk niet te hoog zou gaan :

– wij vrouwen kunnen (vaak met plezier zelfs) tegen een stootje.  Om dat plezier te vergroten zit er ingebouwd zelfs wat speling.  Eerste belangrijk maat om te kennen is dus : voldoende spelplezier

– wij vrouwen zijn tegenwoordig belezen en weten dat mensen die blind zijn beter horen en mensen die doof zijn compenseren door scherper te zien.  We hebben reeds geduceerd dat mannen die op 1 vlak tekort komen, dat op een ander vlak ruimschoots goedmaken.  Centimeters zijn in het vrouwenbrein doorgaans een ver-van-mijn-bed-show tijdens het orgasme

– wij vrouwen spreken formeel tegen dat goed gerief onder een afdak MOET hangen.  Als u er trots op bent mag u dat gerief ook ten toon stellen tegen een huishoudelijke decor zoals daar bijvoorbeeld zijn : een wasbord.  Het is eens iets anders dan op een schapenvelletje.
– wij vrouwen vragen met aandrang niet te vergeten dat nog een aantal getallen belangrijk zijn : u hebt 10 vingers, 1 tong, 2 lippen en heel wat vierkante centimeters huid buiten de schaamstreek.  Daar kan u ook leuke dingen mee doen.

– wij vrouwen hebben doorgaans iets langer dan 2 minuten nodig om van de show te genieten.  Dit staat echter in schril contrast met de bij mannen steeds vaker ingang vindende gedachte dat vrouwen punten toekennen voor ieder extra kwartier bovenop het eerste.  U merkte misschien al op dat die u die illustere punten nergens kan inruilen voor een boormachine, een jachtgeweer, een saunabeurt of iets anders nuttigs ?!

– wij vrouwen houden wel van klaarkomen.  We houden ervan dat zelf te doen en ook dat te zien/horen gebeuren.  Hierop staat geen maat.

– wij vrouwen geven niet om wat uw maten met hun vriendinnen doen en hoe vaak.  Het ergert ons mateloos om dat als argument voor het wel of niet ondernemen van een bepaalde activiteit te aanhoren.

In de hoop dat dit alles geen maat voor niets was, wens ik u ‘veel’.  Veel spelplezier, veel compensatie, veel trots, veel extraatjes, veel juiste timings, veel orgasmes en veel tevreden maten.  Zo zal u mijn inziens op geen enkele manier te kort komen of schieten.  Het is u en de uwe alvast gegund !

 

Lego

16 jan

“Grote mensen zijn gewoon kinderen die met duurder speelgoed spelen” las ik eens in een boekje.  Ik ben het daarmee eens.  Meer nog, ik denk dat ieder van ons nog altijd graag de spelletjes speelt die hij als kind interessant vond, alleen zijn ze nu niet meer van  Playmobil, Fischer Price of MB, maar wel van GM of IBM of Nike.

Ik was als kind het gekst op puzzels, Lego en Barbie.  En verbeelding.   En in weze is er niets veranderd : nu hou ik van inpakken voor een vakantie, Ikea en relaties.  En ook nu nog is mijn favoriete bezigheid me overgeven aan mijn verbeelding.

En waar ik als kind met Lego meubels maakte voor mijn Barbie-familie en me verbeeldde dat de speelkamer een ruimteschip en ik een toverfee was, gebruik ik nu een Ikea dassenlade om mijn vijzen en pluggen in te sorteren en verbeeld ik me dat mijn keuken een kasteel is en ik een prinses.

Want is de ideale vrouw niet een prinses in de keuken en een dame in de living ?  En een hoer in bed. Ja, dat blijkbaar ook.

En in dat bed hoort er ook gespeeld te worden.  Grote mensen zijn gewoon kinderen die met duurder speelgoed spelen.  En al is een goede bedpartner inderdaad onbetaalbaar, soms willen die grote mensen ook met écht speelgoed spelen.  Naargelang merk, makelij en batterijverbruik soms ook echt wel duur.

Laat ik even met u delen dat ik in weze niets tegen speelgoed heb.  Ik zou liegen moest ik zeggen dat ik nooit aan een upperdare party deelnam of iets trillends ter hand nam.  Een mens moet weten wat er in het leven te koop is, ook als single.  Wat zeg ik, als het op speelgoed aankomt, zéker als single.

Maar ik zou ook liegen moest ik zeggen dat speeltjes te prefereren zijn boven een partner van vlees en bloed.  De ‘vlecht je vingers door de mijne’-stand vond ik op nog geen enkele vibrator terug.  Een gat in de markt voor de makers zou ik zo zeggen !

Maar wat met al dat speelgoed als het gebed verhoord is en het bed gedeeld wordt ?!  De kringloopwinkel aanvaardt ze vooralsnog niet voor zover ik weet.

In mijn bescheiden mening heb je in het begin van een relatie (vaak letterlijk) de handen vol aan het ontdekken van elkaars lijf en leden, van wat prettig en wenselijk, op de grens of net erover is.  Je bakent in de weidsheid van de prairie een lapje grond af waar het met 2 veilig vertoeven is.  Waar geen Mol hoeft te graven, geen Tarzan heen dient te lianen of zelfs geen Rabbit hoeft te huppelen.

Maar eens dat stukje land wordt aangelegd, een moestuintje van inside jokes een oogst van lekkere lust produceert, je het land op je duimpje kent en weet welke vrucht sappig en rijp geproefd kan worden en wel onkruid maar moeilijk gewied raakt, dan kan een extra bezoeker misschien wat (l/b)even in de brouwerij brengen.
En zo komt soms toch eens een trillende Kolibri tussen de lakens en een koppel terecht.  De zoektocht naar wat er buiten het afgebakende stukje land beschikbaar is, kan leuk zijn met 2.  De uitkomst kan een boeiend resultaat geven, kan de zweep op het trage boerenpaard van de sleurende relatie leggen of kan een blind vertrouwen in de ander oproepen.

Dat kan.

Wat echter ook kan, dat is dat je voor de derde keer met iemand het bed deelt, en tijdens een door nog-niet-aan-elkaar-gewend-zijn matige vrijpartij plots zonder enige aanleiding of verbaal voorgaande plots iets koud tussen je borsten voelt.

Het kan dat je dan ietwat verbaasd naar beneden kijkt en een hoopje metaal ziet liggen.

Het kan dat daar geen sieraad ligt.

Het kan dat daar een hoopje tepelklemmen ligt.

Het kan dat het heerschap in kwestie -je verbouwereerdheid negerend- je toefluistert ‘ik dacht dat je dat wel leuk zou vinden’ zonder dat je ooit iets in die richting indiceerde.

Het kan dat hij na het (niet echt bevredigend) beëindigen van die gezegde vrijpartij zijn ‘speelgoedkoffer’ toont.

Het kan dat die vol zit met latex pakjes van zijn vorige vriendin.

Het kan dat hij vervolgens vraagt dat je die zou aantrekken.

Het kan zijn dat je je dan als een hoer behandeld voelt.

Eigenlijk, vind ik, kàn dat niet.
Eigenlijk, vind ik, kan dàt de bedoeling niet zijn.

Over knap en vurig

9 jan

Ik liet het al eens eerder vallen, het woord “afknapper”.  En het bleef resoneren.  Bij mij althans.  Ik begon bij mezelf te zoeken wat het nu precies was, dat op mijn lijstje stond.

Uiteraard voel ik me moreel verplicht het resultaat met u te delen.  Ik heb er 3, zo uit de categorie absolute afknappers :

1.

Ik had het al eerder eens over tepelpiercings, maar dat mag u gerust uitbreiden naar het doorboren van elk oppervlak dat u ooit graag door mij gelikt of besabbeld wil weten.  Een kleine randbemerking kan bij het oorlelletje worden gemaakt.  Veruit op nummer 1 van de absoluut grootste afknappers aller tijden, meer nog, veroorzaker van lichte onpasselijkheid, is die tendens om van het oorlelletje een patrijspoort te maken.

In mijn bescheiden mening is er voldoende ruimte ROND het hoofd om de wereld te beschouwen zonder dat dat per se DOOR het oor moet gebeuren.  Ik vraag me trouwens af wat al die hippe mensen met hun lelletje zullen doen eens de patrijspoortmode gepasseerd is, maar dit geheel terzijde.

Een kleiner gaatje kan eventueel getolereerd worden.  Ik, zo gebiedt de eerlijkheid me te bekennen, heb er 2 : eentje in mijn linker, en eentje in mijn rechteroor.  En ja, de 2 maten en de 2 gewichten werken dusdanig op die 2 gaten dat ik ze bij mezelf wél leuk vind :-).

Maar om het kort en duidelijk samen te vatten : zones die graag gezoend worden, zijn voor mij best enkel voorzien van het gat dat er bij de geboorte ook al aanwezig was.

Twee

Geurtjes.

Een bepaald percentage van onze mede-beschaafden voert lichaamsnonchalence hoog in het vaandel.  Daar zij zich wassen duidelijk niet steeds als een priorititeit zien, is rond hun persoon een geurenmix waar te nemen waarin verschillende aroma’s met elkaar wedijveren om de boventoon te halen.  Een vleugje opgedroogde urine, wat platgedept sperma, het zweet des aanschijns…  Ze verdringen het restantje muffe lakens, vette haren en ongepoetste tanden naar de achtergrond.

Af-knap-per.  Als er een reukje aan dat peukje dreigt te hangen, dan haak ik af.  En nu we het toch over peukjes hebben :  ik ben geen rabiate anti-rookster.  Ik ben zelf nooit een nicotine-fan geweest, maar ik vind dat er zoiets is als wederzijds respect en als ik wil dat rokers mij respecteren, dan doe ik dat uiteraard in de andere richting ook.

Ik ben er echter niet rouwig om dat ik de hoffelijke roker aan het tafeltje naast me (die zijn tafelgenoot zijn rook wil onthouden door ze dan maar in mijn richting te blazen) dat nu buiten zie doen.  Maar wat wel niet zo geweldig aantrekkelijk is, zijn de bruine plekken op de vingers, de geur van oude rook op iemands huid en vooral de tweedehands tabaksmaak in iemands mond.  Ik ben een kusser.  Ik doe dat graag en ik ben van zins dat heel lang te blijven doen, en daar niet mee op te houden als alle andere leuke fysieke dingen ook volop aan de gang zijn.  Maar kussen met een roker, dat is gewoon niet zo lekker…   Als hij de tandenborstel goed hanteert echter, hoort hij echter niet op het afknapperlijstje thuis.

III

Mijn laatste afknapper is niets fysieks.  Het heeft te maken met een karaktertrek.  Ik zei het al eens eerder – ik geloof dat mensen consequent zijn.  Rijden ze zoals een zot, dan zijn ze meestal niet de meest geduldige, begripvolle en hoffelijke mensen als je ermee bij de bakker staat aan te schuiven of eronder in bed ligt (vermoedelijk de enige positie die zij tolereren).

Het laatste waarop ik ab-so-luut afknap, is die mensen die niet kunnen functioneren zonder dat ze alles en iedereen in een hokje stoppen : zij versus de rest van de wereld.  Die constant vergelijken met een ander (en die ander het licht in de ogen niet gunnen) en nooit met zichzelf.  Die als ‘zelfinzicht’ enkel het kijken in de eigen mond (mogelijks om de tongpiercing te bewonderen) kunnen aanvoeren.  Die beangstigd worden door alles wat anders is dan hen en als motto ‘aanval is de beste verdediging’ hanteren.  Die denken dat menselijkheid voor mietjes is, en macht de enige taal om te spreken. En als ze dat dan nog eens als ‘magt’ schrijven, dan is de afknapper compleet.

En toch begin ik ook soms geen relatie met iemand die geenéén van deze afknappers bezit.  Of ik begin er één en haak dan toch af.  ‘Waarom’ vraagt u zich misschien af ?!

‘Waarom’ vragen die heren zich vermoedelijk af.  Het is zelden een kwestie van feiten.  Ik ben nog nooit afgehaakt omdat iemand iets zei dat me niet aanstond (behalve dan misschien ‘ik frituur graag pekinezen‘).  Soms is er geen fysieke aantrekkingskracht, en ja dan ga ik er niet mee door.  Ik vermoed dat de heer in kwestie het uiteindelijk nog altijd minder erg vindt geen seks te krijgen als hij single is, dan dat hij geen seks zou krijgen met mij aan zijn zijde, toch ?!

Ik heb er eens over nagedacht en voor mij is het hele verliefd/een koppel worden als een kampvuur bouwen.  De plek is cruciaal – niet te dicht bij de bossen, niet te ver op de hei, een beetje beschut, maar toch open genoeg, daar moet je met je houtblokken heen.

Laat dat gerust de analogie zijn voor de manier waarop je elkaar ontmoet : er moet wat leven in de brouwerij rondom zijn, maar niet te veel.  Ergens samen maar voor de rest helemaal alleen zijn, is dan weer een oogverblindende schijnwerper op het geforceerde van de situatie.  Het mag een sfeervol plekje zijn, maar als er voor de rest niets gebeurt, dan bevordert dat het ‘wees eens jezelf’ niet altijd…  Samen een marathon lopen als eerste date is dan misschien weer net iets té actief.  Ik heb wel een idee hoor over wat bevorderlijk is, maar dat zou me te ver leiden.  En misschien verleiden 🙂

Maar terug naar het kampvuur : er is een mooie plek, daar zeul je de houtblokken naartoe, preferabel samen en met een paar hick-ups : daarbij leer je je elkaar ook kennen hé : draagt hij of zij zijn steentje (houtblok) bij, wordt een tegenslag met humor, wrevel of vindingrijkheid ontmoet etc.

Een oude krant wordt als basis verfrommeld, een paar twijgjes erover verspreid, de houtblokken geschikt en het doosje lucifers wordt bovengehaald.

Als aangestreken zwavelstokje na aangestreken zwavelstokje de vonk voor zich houdt omdat het doosje ooit eens in het water lag, dan zal er geen kampvuur zijn.  Sorry.  En dat is wat er gebeurt als die aantrekkingskracht er niet is : dan kan je strijken al wat je wil, het zal niet marcheren.

Maar als de lucifer wél op eerste verzoek een mooi geel vlammetje prijsgeeft dan komt er een glimlach op de gezichten terwijl het vlammetje aan de krant wordt voorgesteld.

De krant vat vuur, maar het vlammetje moet groeien om ook de twijgjes te overtuigen, en vervolgens moeten die de houtblokken tot ontbranding bewegen.  En dat is niet zo simpel : een goed vuur vergt een vlam, vergt goed brandbaar materiaal maar ook zuurstof bijvoorbeeld, en het uitblijven van regen in het begin.

De twijgjes dat zijn die kleine details, die “oh, ik eet dat OOK graag” of de “zo toevallig – ik was ook op dat concert. Vermoedelijk kwamen we elkaar zelfs tegen ?!”, de herkenbaarheden en kleine ontdekkingetjes die je ‘waw, zo leuk’ doen jubelen in je hoofd.  Het elkaar tijd en ruimte geven, zodat er zuurstof bij de vlam kan, maar ook niet teveel of het vlammetje zou worden uitgeblazen.

Pas als dat vuurtje goed fikt, is het tijd voor de houtblokken.  En daarbij is ‘tijd’ echt wel een belangrijk woord : want je mag niet te snel zijn met die blokken want anders nemen ze de zuurstof uit het eerste vuurtje weg en is het gedaan met de leute.  Maar het mag ook niet te traag gaan, want anders zijn de twijgjes uitgebrand voor de vlammen aan de houtblokken kunnen likken.

Die houtblokken, dat zijn de serieuzere dingen des levens : hoe beweeg je je door elkaars dag, elkaars vriendenkring, elkaars armen.  Maakt de eerste ruzie je gezworen vijanden of bleef de eerste verzoening zo nazinderen dat de liefde des te dieper werd.  Een tegenslag passeert : net tussen jullie zodat er een gat gaapt of net ernaast zodat je beschermend de armen om elkaar heen slaat.

Als die houtblokken beginnen Gloeien en knetteren, genstertjes springen en vlammen betoveren, dan kan je met een glas wijn en stilte van dat vuur genieten.  Van elkaar.  En van de stilte voor de storm want dan moet het nog allemaal beginnen :-).

Het is geen wonder dat ik single ben.  Als je zo eens bekijkt wat het allemaal vergt, dan is het gewoon een wonder dat al die andere mensen het niet zijn 🙂

Tandem

6 jan

U had het wellicht al begrepen uit mijn verhaal over Bjorn, Olivier en Don, heb ik me al op verschillende online dating sites gewaagd in de voorbije jaren.  Op sommige kwam ik al snel niet meer terug.  Dan vond ik de layout lelijk of warrig, de mogelijkheden niet overzichtelijk, de meeste gewoon te duur.  Iets opstandigs in mij vindt het (net als bij de spermabank overigens) absurd om voor iets te betalen dat in de natuur zo vrijelijk en leuk beschikbaar is : menselijke contacten.

Oh, ik betaalde er al voor hoor, voor die tijdelijke toegang.  En toen ik dat deed, wou ik zoveel mogelijk waar voor mijn geld.  Een mens moet een beetje praktisch denken hé.

Ergens voelt het niet goed, mailen met meerdere heerschappen tegelijk, ik heb liever mijn pijlen op 1 doel te richten en er flagrant naast te schieten, dan 10 af te vuren in de hoop dat één ervan (zelfs al was het de mist waarschijnlijke) in de roos terecht komt.  Maar de eerste keer dat ik betaalde voor de mogelijkheid tot male/mail meat leek dat ene opzij gezette principe ook het andere tot gevolg te hebben.

En dus mailde ik met Marnix én Norman.  Beiden waren eigenlijk wel boeiend.  De laatste was een kunstenaar met woorden (en ja, ik geef toe, mooie schrijfsels doen mijn knieën iets harder knikken dan die van de schrijffouten-tot-een-kunst-verheffende, leestekennegerende taalverkrachter).  Hij had hetzelfde idee over foto’s vrijgeven op internet en ik vond het dus helemaal niet erg dat we de eerste indruk aan de fysieke ontmoeting zouden overlaten.  Ondertussen groeide een mail van 1 paragraaf na 5 keer over en weer gaan uit tot een novelle.  Iedere keer dat ik zijn naam in mijn inbox zag verschijnen maakte mijn maag een klein sprongetje.  Ik waande me bijna verliefd.  Want dat kan je dus worden op fijne schrijfsels.  Je wordt verliefd op wat hij schrijft, maar ook op wat je zelf inbrengt, op die kleurrijke spiraal van associaties die zuurstof in je verwachtingen pompt en je met een energiekere tred door je dagen doet huppelen.

Het was al snel duidelijk dat we elkaar erg graag wilden ontmoeten.  En al even snel duidelijk dat we daar beiden schrik voor hadden.  Want ergens zei ons buikgevoel dat het sooo close was.  Dat als het fysiek nu ook zou klikken, dat we dan alleen nog het vraagstuk “Gent versus Antwerpen” moesten oplossen voor een prachtige toekomst op ons wachtte.

We stuurden dus toch een foto.  De zijne was een wat kunstzinnig opgevatte close-up van zijn gezicht.  Er viel veel (geen etterende zweren en wel contactlenzen over de diepblauwe ogen) en tegelijk niets uit af te leiden.  Zo is dat gewoon met foto’s.

Daar waar ik mijn abonnement had betaald op 1 november waren we ondertussen al aan de feestdagen aanbeland en het was duidelijk dat we voor de jaarwissel (2007-2008) geen rendez-vous konden plannen. Dus hielden we het maar op Rendez Vous.

Maar ondertussen was ik dus wel ook aan het mailen met Marnix.  Marnix had wel een foto (zwart wit en ook heel erg ik-laat-me-eens-professioneel-fotograferen-aandoend) toegevoegd aan zijn profiel én, tot mijn groot jolijt was er een vragenlijstje aan zijn profiel toegevoegd.  Nu kan je dat wel op meerdere datingsites maar veel inventiever dan “hou jij van wijn of bier” worden de vragen doorgaans niet.  Marnix’ vragen gingen over alles van Afrikaanse kunst over grootouderverhalen tot uit welk materiaal lakens best gemaakt worden.  Het was leuk, het was grappig, en ik vulde zijn vragenlijstje blijkbaar bevredigend in.

Marnix was minder virtuoos in zijn mails dan Norman.  Maar hij schreef menselijker en kwetsbaarder, en dus oprechter dan een literaire tekst doorgaans toelaat.  Dus bleef ik ook met hem mailen.  Maar toen ook Norman in zijn ziel liet kijken werd zijn voorsprong te groot en taande mijn interesse in Marnix.  Die van Marnix in mij echter groeide en het leek me gewoon menselijker en sympathieker om af te spreken.  Plus, ik wou dat mailen met Marnix afronden voor ik met Norman afsprak, dat leek me voor alle betrokkenen gewoon veruit het netst en ik hou van netjes.

Dus belegden Marnix en ik op een koude novemberdag een afspraakje aan zee.  We spraken op zijn verzoek af in Knokke, aan de surfclub.  Een uur na ons afspraakmoment vonden we elkaar ook daadwerkelijk daar Knokke meerdere surfclubs blijkt te hebben.  Het was een grappige verwarring die onmiddellijk het ijs wat brak en ons plagende commentaren ontlokte. Marnix vond het hilarisch en lachte zijn tanden bloot.  Of tenminste : hij lachte zijn tand bloot.

Nee, hij had geen vechtpartij achter de kiezen of had zich geen vals gebit laten aanmeten dat nog net niet af was, nee, hij miste onderaan gewoon 7 van de 8 relatief zichtbare tanden en zat daar zelf niets mee in.

Ik wil zeggen ‘ik ook niet’ maar eigenlijk zou dat liegen inhouden.  Ik vond dat hij er zo véél ouder uitzag dan hij was, hij was moeilijk verstaanbaar als hij praatte én tijdens het eten was het allerminst een fraai zicht.

Zeker met het zicht op een ontmoeting met Norman was het voor mij erg duidelijk dat Marnix’ eerste échte indruk die van de eerste virtuele indruk niet kon waarmaken.  Het kostte een afwijzing en dan een duidelijk heel pijnlijk aankomende ik-zie-dit-niet-zitten (met verongelijkte reactie) vooraleer Marnix zijn gekwetste trots verbeet en in zijn aftandse volkswagen golf kroop richting Roeselare.

Ik vond het best wel erg dat hij misnoegd was, maar probeerde de positieve kant van de zaak in te zien : nu kon een ontmoeting met Norman tenminste uitmonden in iets moois als we dat beiden zouden zien zitten.

Norman en ik waren ondertussen aanbeland bij het uitwisselen van de intiemste en meest zeggende foto’s die er zijn : die van ons inner sanctum.  Ik geloof (uiteraard omdat dat bij MIJ zo is) dat mensen consequent zijn aan zichzelf en dat op alle vlakken doorvoeren.  Ik laat niet zomaar iedereen toe tot mijn huis, noch mijn leven, dat is daar 1 voorbeeld van.  Maar de inrichting van mijn huis weerspiegelt ook echt mijn persoonlijkheid, wat waarschijnlijk ineens één van de redenen is waarom ik er niet zomaar iedereen toelaat.  Maar aan Norman stuurde ik een foto van het gedicht dat toen (pre verbouwingen – dat moet er nog eens terug op komen) op mijn muur hing, van de hangmat in een hoek, van de boeken-stairways-to-heaven.  Hij mailde een kiekje van zijn bureauhoek de houten vloeren in zijn living en het brandglas bovenaan de trap.  We voelden ons al thuis.

Dus het leek de meest logische stap om daar dan ook af te spreken. Bij hem thuis, niet bij mij, want zoals me zo vaak overkomt beloofde hij voor me te koken (zonder het uiteindelijk te doen, wat nog vaker voorkomt).

De verwachtingen langs beide kanten waren bijzonder hoog gespannen in de aanloop tot de ontmoeting.  De kalender zei 3 januari en zijn kleren waren assorti aan de verwachtingen, hetzij op een lager echelon.

De kunstlederen broek kon geheel de paustest met de stoel vervangen om tot de conclusie ‘habet et bene pendentes’ te komen.  Hij droeg erboven een zwart met goud gestreept t-shirtje dat elk detail van zijn borstkas vrijgaf, ook de tepelpiercing in de rechter tepel.  En laat tepelpiercings nu toch wel één van de dingen op mijn (vrij korte) totale-afknapperlijst zijn…

Dat hij meer dan een kop kleiner was dan mij (zelfs met zijn hoge hakken) en dat zijn stem sterk herinnerde aan die van Frank uit ‘some mothers do have’m’ was daarna van ondergeschikt belang.

Het was een ongelofelijke sisser na zo’n veelbelovende aanloop.  Ik ben dan zo naïef dat, ondanks eerdere ervaringen, ik wel periodiek he-le-maal geloof dat DIT het is, dat het nu WEL helemaal snor zit.

Hij had wel een leuk huis en woonde in Antwerpen in de buurt van een mooi park waar we (dik ingeduffeld en ver van elkaar) een nieuwjaarswandeling in maakten alvorens ik weer richting Gent snorde.

De volgende dag ontlokte de naam ‘Norman’ in mijn mailbox opnieuw een reactie in mijn buik : die van de moed die eruit wegglipte richting mijn schoenen.  Want ik WIST het op voorhand al :, ik zou voor de tweede keer op korte tijd een hoop moeten verbrijzelen, een hart moeten breken, een bitch moeten lijken.

Groot was mijn verbazing, nee, zeg maar VERBIJSTERING toen de mail kort en krachtig bleek te zijn : ‘Sorry Isolde, maar jij bent echt mijn type niet.  Je bent wel een leuke vrouw en zo.  Voor iemand anders, want je bent gewoon mijn type niet.  Jij en ik, wij hebben een heel andere stijl en ik zoek iemand die de mijne heeft.’

Ik wist niet waar ik het had !  Het mag arrogant klinken, maar het is niet de gewone gang van zaken…  Meestal wil de tegenpartij nog en ik niet.  Dat Norman en ik perfect overeenkwamen in onze inschatting van elkaar deed er even niet toe.  Ik ben toch wel een uur zwaar perplex en een tikje in mijn gat gebeten geweest :-).  Een vol uur toch wel.

Daarna vond ik het gewoon doodjammer dat er nu zo geen prachtige briefboeken meer in mijn mailbox zouden glijden.  Want dat is het absolute nadeel aan internetdaten : als het niet klikt stoppen ook de schrijfsels.

Ik kwam later nog wel eens in aanraking met Norman, maar daarover verder in de toekomst wel nog eens meer.

Ook Marnix kruiste nog eens mijn pad. In de Delhaize aan de Watersportbaan (waar meerdere interessante ontmoetingen met vergane prinsen plegen door te gaan) kwam ik hem bij het gekoelde fruitsap-rek tegen.  Hij herkende me en zei vriendelijker goeiedag dan dat we weleer afscheid hadden genomen.  Mijn vraag wat hem uit Roeselare naar Gent had gedreven ontlokte een glimlach.  De voorbije 3 maanden bleken hem nog eens 2 tanden te hebben gekost.

Hij antwoordde : ‘mijn vriendin’ en trok een 21jarige blondine die zo van de band in de Mattel-fabriek leek gerold.  Cindy (aka Barbie) was een amateur-fotomodel wat in Gent iets vlotter lukte dan in Roeselare en had een leuke job als tandtechnieker bij -toeval der toevallen- mijn toenmalige tandarts.

Ik beken het eerlijk : toen stond ik toch wel een beetje met mijn mond vol tanden …